Op deze pagina korte impressies van concerten die elders niet aan bod komen
(Inclusief Nokia-photographie)
Za 18 maart 2023, Slachthuis Haarlem
OATS
Eind februari, op het Complexity Fest in Patronaat, had ik ze gemist. En diverse muziekliefhebbers op wiens smaak ik vertrouw zeiden later dat daarmee een van de verrassingen van het festival aan mij voorbij was gegaan. Dus mooi dat ik dat het afgelopen weekeinde nog even goed kon maken toen OATS, want over hen gaat het, in het Slachthuis speelde. En ja, ze waren goed. Een rockkwartet dat voortdurend van ritme en muzikale structuren wisselt, zonder dat de muziek ooit een chaos wordt.
Deels heeft dat zondermeer te maken met het spel van drummer Niels Luteijn en bassist Philippe Blouin die strak op elkaar gericht blijven en daarmee zowel zanger Jacob Clausen als gitarist Adam Kiepuszewski min of meer een vrije rol geven. Vooral de laatste grijpt die kans met beide handen en alle mogelijke virtuositeit. Hij slaagt er in alle denkbare speltechnieken razendsnel af te wisselen. Zware metalakkoorden met veel distortion gaan plots over in melodieus, maar razendsnel getokkel om weer met schijnbaar even veel gemak te vervolgen met ritmisch ‘strummen’. Daar overheen zingt Clausen als een schorre atoomkrekel. En het werkt.
OATS doet nog het meeste denken aan de Californische groep The Locust die afgelopen jaar stopte, maar op een vergelijkbare wijze op de rand van de hardcore-chaos wist te balanceren – en die trouwens in 2005 nog in Patronaat speelde. OATS mist vooralsnog die finesse, maar komt een eind. Vooral dankzij Kiepuszewski die zowel qua spel als wat uitstraling betreft wel wat aan het aanstormende jazzgitaartalent Teis Semey deed denken.
++++++++++++
Vr 16 maart 2023, Pletterij, Haarlem
Springtij/Gorgonzola Legs
Honingbeer
Springtij 2023 is net als de eerste aflevering in 2022 eentje om in de annalen vast te leggen. Nog niet eens in de eerste plaats om het artistieke niveau, maar vooral omdat het onderstreept dat weldegelijk mogelijk is om een festival samen te stellen zonder voor de hand liggende namen, dat je toch op de punt van je stoel doet zitten. Dat daarbij in dit geval het afsluitende concert met kop en schouders boven de vier inleidende muzikale aperitiefjes uitstak is daarbij feitelijk van ondergeschikt belang.
Sowieso zorgt Honingbeer, waarachter violiste Marthe Lasthuis schuil gaat, voor een aangename ambiënt-ouverture. En ook het zwaar op loopstation-techniek leunende stuk waarmee Holophrase, alias saxofoniste Ruth Clemens, haar concertje begint fascineert, omdat de over elkaar gelegde saxofoonpartijen steeds meer als een accordeon of harmonium gaan klinken. Maar diezelfde loopstation-techniek is tegelijk gevaarlijk. Je moet er uiterst spaarzaam mee omspringen, want het publiek ervaart het al snel als een trucje.
Het grote verschil tussen de vier ‘aperitiefjes’ en het afsluitende concert van improgezelschap Gorgonzola Legs is dat de groep werkelijk ‘muziek maakt’ en dus geen vooraf bedachte compositie of concept herhaalt. Vier musici die in eerste instantie alle vier hun eigen concert lijken te spelen, mar weldegelijk naar elkaar toe groeien Hessel Veldman die onverstoorbaar een basisdrone neerlegt, maar ook af en toe een gitaar pakt om een paar stevige uitroeptekens te plaatsen. Jos van Duijne die als een soort Catweazle stukken plastic tussen de gitaren van zijn gitaar trekt om te zien wat dat voor geluid oplevert. Saxofonist Herman te Loo die het soms niet kan nalaten om de microfoon aan de mond te zetten en als een IJmuidense Damo Suzuki verdachte keelklanken te produceren. Tenslotte is daar nog slagwerker Gert Jan Prins – in overall, als een echte muziekarbeider – die met gedroogde korenaren of varens in de weer is en stenen tegen elkaar slaat waarbij het gruis in de rondte vliegt. En ja, het lijkt muzikaal ook nog ergens naar. Naar muziek die je nog nooit gehoord hebt en ook nooit meer op die manier zult horen.
Gorgonzola Legs. V.l.n.r. Hessel Veldman, Herman te Loo, Jos van Duijne, Gert Jan Prins buiten beeld
++++++++++++++
Za 4 maart 2023, Occii, Amsterdam
Oorbeek / Plot festival
Serge Onnen bij Oorbeek: beeld alsof ’t muziek is
,,Oorbeek begint altijd weer opnieuw,’’ zei gitarist en banjospeler Arie Altena zaterdagavond bij de opening van het door de groep georganiseerde festival Plot in Occii. Dat is mooi, maar Oorbeek kon deze avond pas beginnen nadat een handvol andere door de band uitgenodigde kunstenaars en muzikanten eerst hun ‘dingetje’ hadden gedaan – inclusief zij-projectjes va de Oorbekers zelf. En dat was even doorbijten.
Want stuk voor stuk ‘kunst’ van het type waarbij de grens tussen ‘fantastisch’ en ‘flauwekul’ flinterdun is. Vooral ‘ironie’ is een techniek waaraan men snel de vingers brandt. Als ironie namelijk niet perfect wordt uitgevoerd is het al snel desastreus.
Nee, dan Oorbeek zelf. Daar kom ik immers voor. Al zo’n twintig jaar ongrijpbaar creatief en een van de meest bijzondere en tegelijk genegeerde bands van Nederland. En misschien houden ze het juist daarom wel zo lang vol. In 2004 speelden ze al op de ‘Night of Noise’ in de toenmalige Haarlemse Grasland Studio en onlangs waren ze in de Vishal nog een van de hoogtepunten van het Boring-Festival.
De Oorbeek muziek is niet zozeer ‘instant compositie’ zoals dat in de improjazz gebeurt, maar weldegelijk een volstrekt vrij en geïmproviseerd zoeken naar de ‘perfecte compositie’. Iedere keer weer opnieuw. Het belangrijkste verschil met de jazz-impro is dat bij Oorbeek bassist Klaas Kuitenbrouwer en drummer Peter Cleutjens letterlijk en figuurlijk dicht bij elkaar blijven. Maarten Hepp, die als stemkunstenaar Jaap Blonk soms naar de kroon probeert te steken en tegelijk alles spelt wat maar rammelt of piept en niet echt bedoeld is om muziek mee te maken, neemtt vaak het initiatief. Tokkelaar Altena en trompettist Serge Onne – die ook met lichtbeelden speelt alsof het muziek is – hebben een vrije rol. Hoewel iedereen binnen Oorbeek natuurlijk een vrije rol heeft.
Als het binnen de ritmesectie soms even tot een echte ‘groove’ komt, storten de andere zich daar direct op, totdat iemand het weer welletjes vindt en gaat ontregelen. Na pakweg 35 minuten is er een ‘inzakkertje’. Als Hepp daarna gaat miauwen en Altena een mooie banjosolo speelt komt alles weer helemaal goed. In de finale daalt er vanaf het plafond langzaam een luidspreker naar beneden waaruit het door Hepp geproduceerde slotgerinkel als een soort ‘loop’ doorklinkt, totdat de speaker in het bereik van een vuurtje komt dat op het podium is ontstoken en het trillende papier vlam vat. Prachtig einde. En de volgende keer begint Oorbeek gewoon weer opnieuw.
++++++++++
Vr 3 maart 2023, Patronaat, Haarlem
Eek-A-Mouse
In mei 1985 was Eek-A-Mouse een van de eerste reggaemuzikanten die in het ruim een jaar daarvoor geopende Patronaat speelde. Het was uitverkocht weet ik nog. En Mouse – destijds achter in de twintig – was ‘hot’. Na Yellowman zo ongeveer de belangrijkste vertegenwoordiger van de destijds populaire ‘toasting’-stroming binnen het genre. Destijds recenseerde ik het concert en alleen al daarom vond ik het leuk om hem 38 jaar later – hij is 65 inmiddels – weer eens terug te zien. In 2005 was hij trouwens ook nog eens in Patronaat geweest en toen bakte hij er al weinig meer van.
De grote verrassing deze vrijdag was ook niet de toch weer magere prestatie van Eek-A-Mouse, wiens carrière in artistieke zin eind jaren tachtig feitelijk al te einde was, maar de immense publieke belangstelling voor zijn optreden: Een volle grote zaal inclusief balkon. Nadat een DJ op het podium anderhalf uur de zaal mocht opwarmen kwam de twee meter lange Jamaicaan het podium op – zoals altijd in kostuum, ditmaal als een soort Volendammer visser – om een uurtje lang zijn kunstje uit te veten, bijgestaan door een degelijke Nederlandse begeleidingsband. Dat wil zeggen eindeloze fantasiezinnetjes als ‘wa do dem dingedinge dem’. In zijn toptijd waren dat nog versieringen rond een handvol pakkende liedjes. Van die liedjes is allang nauwelijks meer iets over.
De band speelt keurig de riddims en Mouse dingedingedemt er wat lusteloos overheen. Hij scoort voor open doel met zijn ‘I take you tot he coffeeshop’, maar is als het er op aankomt minder bij stem dan de zangers die op datzelfde moment in de kleine Patronaatzaal aan de hardrock-karaoke meedoen. Hij schudt wat handjes, haalt de laatste tien minuten enkele tientallen fans het podium op en verdwijnt zodra de contractuele speeltijd voorbij is zo snel mogelijk achter de coulissen.
++++++++++
Za 25 feb 2023, Patronaat Haarlem.
Neptunian Maximalism & Kayo Dot (Complexity Fest)
Neptunian Maximalism
Ze hadden het liefst drie uur achter elkaar door gespeeld, de zeven mannen en één vrouw van Neptunian Maximalism. Maar ja, ze stonden op een festival en dus werd er na drie kwartier afgevlagd. Het intro is nog Sunn0)))-achtig. Als snel krijgt de groep rond Guillaume Cazalet echter een eigen dynamiek, waarbij nadrukkelijk meer wendingen plaatsvinden dan bij Stephen O’Malley en diens metaldroners het geval is. Tegen een achtergrond van een geprojecteerde zon krijgt het publiek de rockdrones als lavastromen over zich heen. Soms speelt Cazalet leentjebuur bij Indiase raga’s. Soms trekt baritonsaxofonist Jean Jacques Duerinckx de muziek meer richting jazz. En op weer andere momenten zorgen beide slagwerkers voor ritmische opwinding. De thema’s zijn lang uitgesponnen en zwellen uiteindelijk aan tot een orkaan van noise en ritme, om uiteindelijk weer met een elegante zachte landing terug op aarde te komen.
Voor ondergetekende was Neptunian Maximalism het hoogtepunt van het zevende Complexity Fest in Patronaat. Wakend voor een overdosis aan complex geluid was een zestal concerten geselecteerd, waarvan twee met een uitroepteken. De alom geprezen Amerikaan Tristan Shone die optreedt onder de naam Author & Punisher bleek wel heel erg met de botte bijl te hakken, waardoor er geen ruimte meer was voor finesse. Het Engelse math-metal-duo Tuskar is sympathiek, maar toch weinig origineel. Het speelse Noorse duo Aiming For Enrike verrast daarentegen weer wel dankzij met name de fabuleuze drumpartijen van Tobias Ørnes Andersen.
Tweede concert met uitroepteken op mijn programmalijstje is dat van Kayo Dot. De groep uit New York debuteerde twintig jaar geleden op het label Tzadik van John Zorn met het album ‘Choirs of the Eye’, dat kort door de bocht bedoeld was als ‘kamermuziek voor metalheads’. Het jubileum wordt gevierd met een tournee waarmee zoveel mogelijk die oude sfeer weer wordt opgeroepen – inclusief musici die waar nodig uit de voeten kunnen met saxofoon, klarinet, trompet, viool of piano.
Het resultaat is heel erg ‘avant-garde van vroeger’. Ingetogen fragmenten afgewisseld met uitbundige metal-escapades. Het soort dynamiek dat ook de grunge kenmerkte. En hoewel de groep naarmate het optreden vordert steeds meer weet te overtuigen, wordt het geen moment werkelijk meeslepend. Wat niet wegneemt dat Complexity als festival steeds veelzijdiger en spannender wordt.
Kayo Dot
+++++++++++
Zaterdag 28 jan 2023, Occii, Amsterdam
Action Beat
Out of sight, out of mind? Het leek er een beetje op zaterdagavond begin van de avond in Occii waar Action Beat zou spelen. Toen het eerste voorprogramma begon was er nog nauwelijks publiek. Zo meespelen dat de Engelse ‘noiseband’ – zoals ze zichzelf noemen – al drieëneenhalf jaar niet op het podium heeft gestaan? Dat bleek mee te vallen. Een klein uurtje later was de zaal behoorlijk gevuld.
Toen ik Action Beat oprichter Don McLean in 2010 eens interviewde zei hij nog dat zijn ambitie was om heel, heel, héél veel te gaan touren. Elders liet hij zich ontvallen dat zijn ideaal was om geen vast adres mee te hebben, maar permanent ‘on the road’ te leven. Het liep anders. Er kwamen gezinnen, banen, huizen. Kortom, de mannen van Action Beat werden ‘mannen met vaste lasten’, zoals dat zo mooi heet. Maar ondertussen bleven ze wel muziek maken.
Noiserock dus, in eerste instantie 100% geïmproviseerd en onder het moto ‘volume = energie’. Muziek zonder concessies, leek het. Hoewel, toch een beetje: In 2014 werd voormalig Ex-zanger GW Sol gevraagd om wat teksten bij te dragen, want de instrumentale improvisaties liepen na tien jaar wat vast. Maar met de teksten van Sok kwam er onvermijdelijk ook wat meer vaste structuur in de muziek van de groep.
Dat pakte echter goed uit, zo bleek ook zaterdag, na meer dan drie jaar afwezigheid weer. Na twee voorprogramma’s, waaronder het nevenproject OMA waarin Sok zijn op bijna melancholieke toon teksten leest tegen een door McLean geschapen elektronisch decor van drones en beats, gaat Action Beat er volle kracht tegenaan. Ditmaal in een relatief bescheiden bezetting van één bas, twee drummers en drie gitaristen, met Sok als vaste gast. Alle weemoed is hier weer weggevaagd omdat Sok moet schreeuwen om boven met name de snerpende gitaren uit te komen. Als die even inhouden en alleen bas en drums doordreunen zijn zijn staccato geformuleerde registraties en statements direct veel beter te verstaan.
Het volume is moordend, maar tegelijk swingt het genadeloos. Bassist en gitaristen blijven soms het hele nummer lang hetzelfde akkoord spelen en bij vlagen klinkt het allemaal wat lomp. Maar tegelijk blijft het de volle drie kwartier overrompelend.
+++++++++++
Wo 26 jan 2023, Patronaat, Haarlem
Fix Everything (met Abdomen en Diemen Sniep)
,,Ik moet nu het podium op. Opbouwen. Want zo spelen,’’ zei Marijn Westerlaken afgelopen woensdagavond, toen ik tijdens de Geertruida-avond in Patronaat even met hem stond te praten.
,,Met welke band dan?’’ vroeg ik. Zijn blik drukte iets van verbazing uit dat ik dat niet wist.
,,Fix Everything,’’ zei hij en haastte zich om zijn gitaar uit de koffer te halen en aan te sluiten. Fix Everything, die naam klonk wel bekend, maar verder nog geen rinkel. Tot ik de LP van de groep op de merch-tafel zag liggen: ‘Hellend Vlak’. Verrek, die heb ik. Maar waar? Een paar uur later, thuis, wordt het snel duidelijk. De plaat is na twee keer draaien een jaar geleden in een ‘verkeerde stapel’ terecht gekomen en steeds dieper weggezakt onder andere platen die ik ook nog moest draaien.
Als de LP weer op de draaitafel ligt besef ik des te meer wat ik mij afgelopen jaar muzikaal ontzegd heb, want ‘Hellend Vlak’ is met recht ‘jaarlijstjesmateriaal’. En live, in Patronaat, blijkt de groep minstens zo goed – misschien zelfs beter. Westerlaken speelde bij Those Foreign Kids en TV Wonder. In Fix Everything werkt hij met bassist-zanger Benjamin van Gaalen en drummer Tim Mooij-Knip. Vooral als zanger maakt van Gaalen grote indruk. Soms laat hij zijn bas gewoon staan. Alleen al met zijn stem kan hij tegen de gitaar en de drums op.
De intensiteit waarmee hij zingt is indrukwekkend en doet bij vlagen denken aan Peter Hammill in de jaren zeventig. Maar dan tegen een veel eigentijdser rockdecor waarbinnen Westerlaken op die rare karakteristieke Eastwood gitaar van hem zowel de ritme- als lead-partijen speelt. Erg goed. Indringend en melodieus.
Natuurlijk was er nog meer muziek te horen op de Geertruide-avond. Het Friese Abdomen mengt op aangename wijze Nirvana- en Sonic Youth-invloeden en het Luikse Diemen Sniep etaleert de eigenwijsheid waar Belgische rockmuzikanten patent op lijken te hebben. In dit geval is de associatie vooral het Kiss My Jazz van de jaren negentig. Beide prima bands, maar het is de muziek van Fix Everything die blijft hangen. Gelukkig kan ik thuis direct de lp weer opzetten.
++++++++++
Zo 22 januari 2023, De Waag, Haarlem
Melanie Horsnell
Toen in 2004 het debuutalbum van Melanie Horsnell, ‘The Adventures Of…’, verscheen en de Australische ook uitgebreid door ons land tourde, werd ze alom geprezen als ‘grote belofte’. Hoewel ze sindsdien platen is blijven maken en ook het Europese continent, inclusief Nederland, nog een aantal keren heeft aangedaan, moet bij het weerzien in de Haarlemse Waag, zo’n achttien jaar later, worden vastgesteld dat die belofte niet helemaal is ingelost. Haar vroegste repertoire is nog altijd het meest overtuigende en ze speelt nog steeds op dezelfde podia, voor grotendeels htzelfde publiek als achttien jaar geleden.
Het had haar ook niet meegezeten, deze zondag. Dat vooropgesteld. Ze is met de trein uit Duitsland gekomen, waar ze de vorige avond heeft gespeeld. Maar wegens uitvallende treinen heeft ze zeven keer moeten overstappen. Tegen de tijd dat ze zo ongeveer op het Waagpodium moet staan komt ze, een rugzak en twee gitaarkoffers sjouwend, puffend het Haarlemse station uit. Een toevallig passerende en alerte muziekliefhebber vermoedt dat deze dame wel eens naar De Waag zou moeten en geeft haar een lift, waardoor haar concert met een kwartiertje vertraging toch nog kan aanvangen.
Horsnell schrijft mooie, melodieuze liedjes, maar praat er wel erg veel omheen. En met alleen de haar gitaar sprankelt het ook wat minder dan met de begeleidingsgroep op haar platen. Met het fraaie ‘Somebody’ van Simon Cox als een hoogtepuntje worstelt ze zich zichtbaar door de eerste set heen.
Na de plas- en bierpauze gaat het echter een stuk beter. In een nieuw eigen liedje, een ontroerend eerbetoon aan de vorig jaar overleden Saints-zanger Chris Bailey en een samen met Charlotte Blokhuis als duet gezongen versie van Paul Simons ‘Kathy’s Song’ hoor je weer even de belofte die Melanie Horsnell ooit was.
++++++++++
Do 19 januari 2023, Bimhuis, Amsterdam
Dave Douglas Quintet feat. Marta Warelis
Het woord dat zich tijdens het concert van het Dave Douglas Quintet donderdagavond in het Bimhuis voortdurend opdrong was ‘efficiënt’. Maar dat moet vooral niet opgevat worden in de betekenis van ‘koel en berekenend’. Dat was het geenszins. Het was efficiënt omdat de trompettist zo’n honderd minuten achtereen vrijwel alleen maar speelden. Op een enkele korte aankondiging na geen praatjes, niet eindeloos stemmen of zoeken naar de juiste partituur. Gewoon spelen en ontzettend goed spelen.
De Amerikaan Douglas is een jazzmuzikant van wereldklasse en tourt deze maand door Europa met de groep waarmee hij in 2021 het afgelopen jaar verschenen kwintet-album ‘ Songs Of Ascent – Book 1 – Degrees’ opnam. Die stukken vormen ook de hoofdmoot van het concert. Echter, de pianist van de plaat Matt Mitchell reisde niet mee. Daarom heeft Douglas de zesendertigjarige in Nederland wonende Poolse pianiste Marta Warelis, die al jaren deel uitmaakt van de Amsterdamse improscene, mee op tournee genomen. In tennistermen zou zoiets betekenen dat je direct omhoog schiet op de wereldranglijst.
De trompettist kent de pianiste omdat ze – op afstand – meewerkte aan het album ‘Secular Psalms’ dat Douglas tijdens de lockdown maakte. Een samenwerking die blijkbaar goed is bevallen.
De nu negenenvijftigjarige Dave Douglas zelf beleefde zijn wereldwijde doorbraak toen hij in de jaren negentig deel ging uitmaken van in de groep Masada van John Zorn. In de jaren daarvoor had hij reeds met Jan en Alleman gespeeld. Van een gastrol op het late Band-album ‘Jericho’ tot een sleutelril in de avant-gardegroep Dr. Nerve, waarmee hij nota bene in 1990 nog op het Eigenwijdse Weekend in het Haarlemse Patronaat stond.
Maar naam maakte Douglas pas echt vanaf halverwege de jaren negentig. Behalve bij John Zorn speelde hij als het zo uitkwam net zo gemakkelijk met de neo-traditionalist Branford Marsalis. Oor menig jazzpurist is dat zoiets als een Ajaxspeler die even bij Feijenoord invalt. Maar tegelijk tekent het Douglas’ grote kracht: Feitelijk is hij en traditionele jazzman, maar hij kent de avantgarde zo op z’n duimpje, dat hij die elementen feilloos in zijn muziek weet te verwerken.
En dat is te zien en vooral te horen in het Bimhuis. Het Quintet, met naast Douglas en Warelis tenorsaxofonist Jon Irabagon, bassist Nick Dunston en slagwerker Rudy Royston, is waanzinnig goed op elkaar ingespeeld. De trompettist zorgt dat iedereen ruimschoots zijn of haar solopartijen krijgt, maar zo, dat alle lijntjes toch telkens weer bij hemzelf uitkomen. Zijn stukken zijn melodieus en afwisselend, van subtiele ballads tot uitbundige, tegen de bebop aan leunende swingthema’s. Marta Warelis speelt alsof ze al jaren deel uitmaakt van het Quitet; zelfverzekerd en strooiend met terloopse eigenzinnige vondsten. En dat dus zo’n honderd minuten achter elkaar door.
++++++++++
Zo 15 januari 2023, Patronaat, Haarlem
Avishai Darash & Marmoucha Orchestra
(foto Thom Lich)
Avishai Darash is een in Amsterdam gevestigde pianist van Iraaks/Israelische afkomst die een tijdlang bij jazzcoryfee Brad Mehldau in New York studeerde. Daarmee is al meteen veel gezegd over de muziek die hij maakt met zijn elfkoppige Marmoucha Orchestra.
Wie naar het Patronaat gekomen was voor bijvoorbeeld Noord-Afrikaanse dansmuziek zal vreemd opgekeken hebben. Wie geen enkele verwachting had was wellicht blij verrast. Het project waarmee Darash en zijn orkest naar Haarlem kwamen heet ‘Andalusian Love Song’. Composities van Avishai Darash waarin Spanje, Maghreb, Midden-Oosten, jazz en compositie samenkomen. Eigenlijk is ‘Meditterane fusion’ de meest compacte samenvatting.
Want de muziek klinkt en voelt weldegelijk als de fusionstroming uit de jaren zeventig. Met alle aspecten die daarbij horen. Voor liefhebbers is het genieten van de virtuositeit bij de instrumentalisten. Anderen wordt de eindeloze ‘nootjespoeperij’ al snel teveel. Toch heeft Marmoucha een eigen geluid dankzij de drie musici die de artistieke kern van het orkest vormen: Pianist Darash als componist, Ud-speler Mohammed Adaff als onbetwiste stersolist die ook niet vies is van wat spannende effecten op zijn instrument, en de Spaanse Maripepa Contreras die als jazz-hoboïste – en daar zijn er niet veel van – een heel eigen klank aan het totale geluidspalet toevoegt.
De stukken zijn lang, geheel instrumentaal en ieder krijgt zijn of haar solopartijen. Echt dansbaar is de muziek niet – behalve als Avishai Darash even samen met de percussionisten het Latin-pad opgaat. Dan is het alsof je Chick Corea samen met Airo Moreira hoort bij Return to Forever.
Misschien dat het concert wat beter tot z’n recht was gekomen in de fraaie kleine zaal van de Philharmonie dan in de overigens redelijk goed gevulde derde Patronaatzaal. Maar dat is natuurlijk geen verwijt – Patronaat stak de nek uit voor dit Marmoucha Orchestra dat een cross-over tussen minstens een half dozijn culturen is.
++++++++++
Vr 30 december 2022, Bimhuis, Amsterdam
All Ellington

Ik weet niet meer precies wanneer ik voor het eerst bij een All Ellington aanwezig was. Minstens tien, misschien vijftien of zelfs langer geleden. Maandelijks in de Amsterdamse Zaal 100. De perfecte mix van de vertrouwde – en doorgaans prachtige – Duke-standards in de meest eigenwijze arrangementen van topmusici uit de Amsterdamse improscene. Soms spelen ze ook op andere plekken, zoals Mahogany in Edam, De Pletterij in Haarlem en één maal per jaar, eind december, in het Bimhuis.
Ditmaal vertelde cornetist en trompettist ergens halverwege het concert hoe het allemaal begonnen was: Begin jaren negentig leidde hij improsessies in het Bimhuis – toen nog aan de Oudeschans. In december 1992 werd hem gevraagd voor de allerlaatste sessie van dat jaar iets bijzonders te bedenken. Dat werd een avond met alleen Ellington-werk. All Ellington was geboren. Afgelopen vrijdag werd in een afgeladen Bimhuis het dertigjarig jubileum gevierd.
En natuurlijk was het prachtig. Met bekende stukken als ‘In a Mellow Tone’ naast minder bekende, soms tot suites aaneengeregen composities. Er zijn veel musici in de loop van die dertig jaar gekomen en weer gegaan bij het tienkoppige orkest. Naast Boeren zijn bassist Wilbert de Joode en trombonist al van het begin van de partij.
De mooiste momenten zijn altijd als één of enkele muzikanten de lijn van het oorspronkelijke stuk blijven volgen, terwijl anderen volkomen vrij gaan improviseren en muzikaal de gekste kanten uitgaan, om uiteindelijk toch weer allemaal bij hetzelfde punt uit te komen.
Een regelrechte verrassing is ditmaal de als invaller voor Mo van der Does meespelende altsaxofonist en klarinettist Aviv Noam – die in 2021 met zijn eigen Quartet de Dutch Jazz Competition won. Hij speelt technisch en qua toon geweldig. Tegelijk valt op dat het de vier Nederlanders binnen het tentet zijn – naast de drie al genoemde muzikanten van het eerste uur ook pianist Oscar Jan Hoogland – die voor de meest verrassende muzikale afslagen en uitdagende ontregeling zorgen. Daarin heeft de Nederlandse jazzscene een traditie hoog te houden.
Zangeres Jodi Gilbert mag ‘shinen’ in onder meer ‘Love You Madley’ en ‘Azalea’. Buis speelt een prachtsolo in ‘Johnny Come Lately’. En in de finale komt het onverslijtbare ‘Rockin’ in Rhythm’ voorbij. Tijdloos.
++++++++++
Woensdag 21 dec 2021, Patronaat, Haarlem
A.A. Williams

Fascinerend eigenlijk hoe dicht zuivere undergroundrock en pure Kitsch soms bij elkaar liggen. De Londense A.A. Williams onderstreepte het afgelopen woensdag bij het concert dat ze met haar groep in Patronaat gaf. Een optreden waar door menig muziekliefhebber naar uitgekeken werd, want de Patronaatprogrammering gaat dit seizoen niet meer zo vaak de gebaande paden te buiten.
De muziek van Williams wordt wel omschreven als ‘death-gospel’ of ‘dark-gospel’, maar die etiketten verdienen een flinke korrel zout. De zangeres en haar band verschijnen weliswaar in het zwart, maar de muziek klinkt allerminst deprimerend. Het imago van de groep heeft voor een belangrijk deel te maken met het feit dat de zangeres en songschrijver in 2019 haar podiumdebuut maakte op Roadburn, het Tilburgse festival voor zware muziek en metal-underground. Williams was daar een verrassing, wat onder meer te maken had met de wat lichtere toonzetting van haar werk vergeleken met het gros van het programma.
Tijdens de lockdown maakte ze zelfs een opvallend popgericht album – ‘Songs from, Isolation’ – waarop ze onder meer The Pixies en de Canadese troubadour Gordon Lightfoot covert. In Haarlem – het laatste concert van een zes weken durende tour op het Europese continent met haar driekoppige band – leunt het repertoire zwaar op het eerder dit jaar verschenen album ‘As The Moon Rests’. Toegankelijke liedjes waarbij de met veel dynamiek en galm gespeelde arrangementen onverminderd stijlkenmerken uit de postrock bevatten.
Menige metalliefhebber in de zaal laat zich tot wat lichte headbang verleiden en de professionaliteit waarmee gespeeld wordt is een open sollicitatie naar de grote festival-podia. Tegelijk blijft de muziek een beetje Krezip-in-Mogwai-verpakking. Maar dat gaat natuurlijk best samen.
++++++++++
Za 10 dec 2022, Genezarethkirche, Berlijn
The Still

Traag dronend begint The Still het concert in de Genezarethkirche in het Berlijnse Neuköln. De eerste muzikale associatie is die met het Australische trio The Necks. Dat blijkt achteraf niet zo’n onlogische, want Necks-pianist Chris Abrahams blijkt in het verleden twee albums met de groep te hebben opgenomen.
Ik ben op het optreden afgekomen omdat ik Echtzeitmusik – de Berlijnse alternatieve concertlijst voor alternatieve jazz, dwars klassiek en ander experimenteel – zag dat drummer Steve Heather, die jarenlang in Amsterdam woonde, in de groep speelt en dat pianiste Liz Koseck, die ik ken van de laatste Carate Urio Orchestra plaat van Joachim Badenhorst, ook meedoet. Bassist Derek Shirley en gitarist Rico Lee zijn namen die mij niet zegge. Maar wat zijn ze goed!
Lee is de man die het verschil met The Necks orkestreerd. Hij voegt trage en vette ‘twaang’-gitaarlijnen toe. Beetje surfachtig. En Heather en Shirley gaan in dat trage ritme mee, terwijl Kosack wat ontregelend op de synthesizer en de piano bezig is. Daardoor groeit de ‘drone’ langzaam maar zeker uit tot een ‘groove’. Heel subtiel en tegelijk heel melodieus. Heather en Shirley zijn het duo dat het tempo controleert en vasthoudt. Lee en Kosack hebben een vrijere rol en mogen zo nu en dan héél even op kousenvoeten uit de bocht vliegen.
Het is die groove die er voor zorgt dat The Necks in de verbeelding gezelschap krijgen van Endless Boogie – nog zo’n groep die lijkt een uur lang hetzelfde te spelen, maar waarbij toch een heleboel gebeurt in de muziek. Een oefening in beheersing. En als je heel goed oplet blijken de gespeelde thema’s met het verstrijken van het uur weldegelijk keer op keer te veranderen – met die fantastische kerkakoestiek als vijfde bandlid.
+++++++++++
Za 3 dec 2022, Slachthuis, Haarlem
The Hooten Hallers
In 2018 zag ik The Hooten Hallers op het derde podium van Patronaat, dat toen nog gewoon ‘Patronaatcafé’ heette en ze waren toen erg goed. Zaterdagavond was het trio uit het Amerikaanse Missouri terug in Haarlem, ditmaal in het Slachthuis en ze waren wederom erg goed. Het belangrijkste verschil was de sfeer.
In de grond van de zaak maken The Hooten Hallers simpele rock-‘n-roll. Maar wat ze doen dat doen ze met klasse. Vrijwel ieder nummer is gebaseerd op een klassieke rockriff – Bo Diddley, Chuck Berry, Ike Turner, noem maar op – die het nummer lang als een ‘groove’ doorgaat. Ook qua melodiestructuur zijn de liedjes collages van jaren vijftig cliché’s: rockabilly, rhythm & blues, doowop. Bij ieder couplet of refrein denk je meteen: ‘Dit ken ik!’. Terwijl het toch echt eigen nummers zijn.
Wat de groep echter bijzonder maakt, naast het soepele gitaarspel en de Top Waits achtige kraakstem van John Randall en de theatrale interrupties van drummer Andy Rehm, zijn de bijdragen van baritonsaxofoniste Kellie Everett, die de bassistenrol overneemt. Dat geeft niet alleen een vol geluid, maar voegt ook een extra ‘rock-‘n-roll-solo-instrument’ aan de groep toe, zonder dat het een beperkte ‘gimmick’ wordt.
Het trio is zo ongeveer de helft van het jaar op tournee en het concert in Haarlem was het laatste van zes weken dag-in-dag-uit spelen in Europa. Dan bouw je wel souplesse op. En handigheidjes op een zaal op z’n kop te zetten. Dat lukt moeiteloos met het aan de politie overal ter wereld opgedragen ‘Leave me Alone’, dat begint met een welgemeend ‘Fuck You Guys’ en waarin nog een subtiel regeltje ‘Santa Claus is Coming into Town’ is verwerkt. Maar ook met het aan de knoflook opgedragen opgevoerde instrumentaaltje ‘Garlic’ en het opwindend afsluitende ‘Even the Blues Gets the Blues’. Als er één ding duidelijk wordt is het dat het Slachthuis de perfecte ambiance is voor dit type rock-‘n-roll.
++++++++++
Vrijdag 2 december 2022, Occii, Amsterdam
Hackedepicciotto
Je hebt goede muzikanten en muzikanten voor wie geen podium te groot is. Blixa Bargeld behoort tot die laatste categorie. Zijn persoonlijkheid zorgde er afgelopen maandag voor dat de groep Einstürzende Neubauten de grote zaal van TivoliVredenburg probleemloos aan de voeten kreeg. Neubauten-bassist Alexander Hacke is een goede muzikant. Hij droeg er in belangrijke mate aan bij dat Bargeld in Utrecht kon schitteren.
Natuurlijk heeft Hacke creativiteit en muzikale ideeën genoeg om ook wel eens centraal te willen staan op het podium, vooral als zijn duo Hackedepicciotto met echtgenote Danielle de Picciotto. In die hoedanigheid stond hij een jaar of vijftien geleden al eens met zijn in de grote zaal van de Haagse Koninklijke Schouwburg ,met zijn project ‘Ship of Fools’ als één van de ‘headliners’ van Crossing Border destijds. Dat werkte niet. De impact van het duo was simpelweg niet in balans met de omvang van de zaal
Dat was vrijdagavond in Occii anders. Beter! Hackedepicciotto is geen ‘arenagroep’. Terwijl Neubauten steeds meer het project van Bargeld wordt waar Hacke zijn steentje aan bijdraagt, staat het duo met zijn vrouw – zoals hij vijf jaar geleden in een interview reeds zei – veel dichter bij wie zij nu zijn en hoe zij nu leven.
Na vanaf 2010 een aantal jaren als een soort nomaden over de wereld gezworven te hebben, is het paar alweer een tijdlang terug in Berlijn en nog steeds bezig om alle reisindrukken in muziek te verwerken. Dat levert in Amsterdam een ‘collageconcert’ op waarbij de Picciotto de viool en dulcimer bespeelt en Hacke gitaar en drums, en beiden zingen en in de weer zijn met ‘loopstations’. Aziatische keelzang. Noord-Amerikaanse tribale zang, Oost-Europese harmonieën, nadrukkelijke Indiase invloeden, alles komt voorbij, gelardeerd met one-liners als ‘All people are equal’. In een stadion, door Bono gescandeerd, zodat zondermeer grotesk overkomen. Bij Hacke en de Picciotto in de intieme ambiance van Occii, op ademafstand, klinkt het authentiek en integer.
++++++++++
Wo 23 november 2022, De Nieuwe Anita, Amsterdam
Simon Joyner
Ik voel al zo’n dertig jaar een vrijwel onbegrensde loyaliteit aan Simon Joyner. De reden zal te maken hebben met de bewonderenswaardig doorzettende wijze waarop hij in de rol van muzikale ‘underdog’ geen enkele muzikale concessie doet aan de kwaliteit en eigenzinnigheid van zijn liedjes. Ook woensdagavond in De Nieuwe Anita niet, waar hij een erg goed soloconcert gaf.
Destijds, in de jaren negentig, vormde hij samen met Will Oldham – later ‘Bonnie “Prince” Billy’ – en Bill Callahan – die toen nog als ‘Smog’ optrad – de Drie Musketiers van het lo-fi singer-songwritersgenre. Eigenlijk hoort Jason Molina ook nog in dit rijtje thuis, maar hij is dan de ‘d’Artagnan’.
Voor ieder van hen geldt dat de intentie van de uitgevoerde liedjes in eerste instantie belangrijker was dan het goed raken van iedere noot. Oldham en Callahan conformeerden zich met het verstrijken der jaren steeds meer aan de geaccepteerde formules van de popmuziek en slaagden er in zo een groter publiek te bereiken. Joyner bleef waar hij was en daarmee trouw aan zowel z’n ongepolijste stijl als aan het undergroundcircuit.
Muisstil was het woensdagavond in De Nieuwe Anita. Zo’n dertig, veertig liefhebbers hoorden Joyner zijn nog altijd onvast, maar toch wat zuiverder dan vroeger gezongen liedjes brengen. Alsof hij de goden will verzoeken begint hij nota bene a capella – met alleen een ingeblikte drone als audiodecor – met ‘Annie’s Blues’ van zijn album ‘Step into The Earthquake’.
Daarna volgt een doorsnee uit zijn inmiddels omvangrijke oeuvre van de inmiddels éénenvijftigjarige liedjesschrijver uit Omaha, Nebraska. Het is niet zozeer zijn stemgeluid, maar het zijn de melodische wendingen in de liedjes die vaak associaties met Leonard Cohen oproepen. Zoals de titelsong van zijn dit jaar verschenen album ‘Songs from A Stolen Guitar’, een van zijn betere platen.
Drie decennia geleden was BBC-DJ John Peel en van de eersten die Joyners talent herkende en in 1993 diens LP ‘The Cowardly Traveller Pays His Toll’ van het eerste tot en mat het laatste nummer in zijn uitzending draaide. Hij had oren aan zijn hoofd. Joyner zelf lijkt er nietecht mee t zitten dat hij na al die tijd nog steeds niet in de grote zaal van Paradiso staat. Hij noemt De Nieuwe Anita zijn favoriete podium in Nederland.
++++++++++
Zo 20 november 2022, Pletterij, Haarlem
Guy Salamon Group
Is jazz om te lachen? Zelden! Maar zondagavond bij de Guy Salamon Group in De Pletterij ging het er uitbundig aan toe. Méér dan dat zelfs! Het was de tweede keer dat het zevenkoppige orkest naar Haarlem kwam. En de eerste keer, tijdens Jazz & More, eveneens in De Pletterij, was een groot succes. Inmiddels zijn we twee jaar verder en heeft de groep rond de componerende drummer evenzoveel albums volgespeeld. En die mogen er wezen.
Er zijn talloze jazzgroepen waarin één, twee of méér sterke solisten huizen. En Salamons zevental – met evenzoveel nationaliteiten in de groep – doet daar niet voor onder. Maar wat hen onderscheidt is de klasse van het basismateriaal, de thema’s, de ‘liedjes’ in gewone mensentaal. Die zijn schitterend en bovendien uiterst gevarieerd. Na een paar nummers is het al feest met ‘Do The Shmoska Poska Dance’, een soort Balkanpolka, maar dan met enkele tientallen versnellingen en vertragingen er in verwerkt.
Bandleider Salamon zit voortdurend te lachten achter zijn drumstel en dat werkt aanstekelijk. Op een gegeven moment, bij een onverwachte wending in de muziek, krijgt iemand in het publiek de slappe lach. Dat slaat weer over op het podium en dat werkt ook weer als een muzikale katalysator. Met de boodschap ‘The more you drink, the better we play’ stuurt de bandleider het publiek de pauze in.
Het Pletterij-barretje moet in het daaropvolgende kwartiertje wel een gigantische omzet gemaakt hebben, want de tweede set is zo mogelijk nog beter. Er wordt meegezongen. Vooral trompettist Alistair Payne, gitarist Tys Semey en pianist Xavi Torres spelen schitterde solo’s. Alles schijnt te kunnen. Als dat geen jazz is…
++++++++++
Zo 20 november 2022, De Waag, Haarlem
Ivo Bernard
Ivo Bernard had niet aangekondigd dat zijn concert in De Waag een plaatpresentatie zou zijn. Maar enkele dagen voor het optreden had de Haarlemse singer-songwriter zijn nieuwe album ‘Fire in the Canyon’ wel op Spotify gezet. Het tekent de bescheiden muzikant die met de groep The Dollybirds nèt geen popidool werd – maar dat had even goed wel kunnen gebeuren – en ook met August ’75 niet op de gehoopte succestrein stapte, maar later met The Dutch Eagles volle theaterzalen trok – en nog steeds.
Daarnaast maakt hij al sinds 2010 soloplaten, waarvan ‘Fire in the Canyon’ de derde is. Hij heeft een mooie, warme stem en schrijft sterke melodieën die – ook al moet hij inmiddels zelfs in zijn slaap het hele repertoire van achter naar voren kunnen spelen – nooit als ‘alt-country’ of ‘Americana’ klinken en veel meer in de Engelse folktraditie van de jaren zestig en zeventig staan – vaak zelfs nog continentaler Europees, als ‘chanson’.
De Haarlemmer heeft een verzorde, maar niet uitgesproken karakteristiek stijl. De songs blijven vaak ingetogen. En net als het wat eenvormig dreigt te worden komt Dirk Jan Vennink – vooral bekend als boogiepianist – even een nummer inkleuren op mondharmonica. Dezelfde rol is er in de tweede zet voor Waagprogrammeur Sjef Huurdeman in Bernards versie van Gerry Rafferty’s ‘Bakerstreet’ – is het toeval dat Toots Thielemans zijn mondharmonica altijd en ‘broodje’ noemde? En een mooie, spontane bijdrage van violist Fons Stam. Er komen ook nog covers van Guy Clark en Townes voorbij, maar echt nodig om het publiek bij de les te houden zijn die niet. Ivo’s eigen liedjes zijn goed genoeg.
++++++++++
Za 19 nov 2022, Rob’s Palace, Haarlem
Dan German
En
Za 19 nov 2022, Dutch Beer Bar Lokaal
Ben Reel
Quentin Dean (l) en Dan German (r)
Wegens een in de nek hijgende deadline moet ik de eerst set van Dan German deze zaterdagmiddag in Rob’s Palace missen. Maar als ik aan het einde van de pauze binnenkom val ik gelijk met mijn neus in de boter. Werkelijk unplugged, zonder microfoon of gitaarversterker zet hij zijn nieuwe liedje ‘Eat the Rich’ in en zegt erbij dat hij nog niet weet of hij heelhuids het einde haalt, omdat het splinternieuw is. Nog niet eens helemaal af, eigenlijk. ‘If you’re hungry or poor,’ wat die je dan? Inderdaad, ‘eat the rich’. En er wordt nog flink meegezongen ook.
German is een singer-songwriter van het verhalende type. En dan bij voorkeur vrijbuitersverhalen vol kroegromantiek van ‘ramblin’ men’, waarin elke toenaderingspoging tot het bloedmooie meisje aan de andere kant van de bar steevast rampzalig eindigt en alleen de slijter nog soelaas biedt. Ik zag Dan German dit jaar een keer of vier, vijf en telkens wordt hij beter. Zijn liedjes melodieuzer en de afwisseling in het repertoire groter. En en passant komt er dan voor het muisstille, twintigkoppige publiek ook nog een fraaie cover van James McMurtry’s ‘Copper Canteen’ voorbij.
En die ontwikkeling komt in een stroomversnelling nu hij steeds vaker als duo optreedt met banjospeler Quentin Dean die ook bij Them Peckin’ Boys speelt. Hij is er deze middag ook bij en samen spelen ze nog sprankelende versies van onder meer ‘Mortgages & 9-5’s’ en ‘Time To Go’ van Germans album ‘Never Settle’, dat na afloop grif van de hand gaat.
Amper drie uur later en driehonderd meter verderop speelt de Ier Ben Reel in Dutch Beerbar Lokaal. Het is zijn vijfde Haarlemse kroegconcert op rij deze maand. Het is wat rumoerig, maar er is meer aandacht dan in sommige andere kroegen. Reel schrijft geen ‘typisch Ierse’ liedjes en blijft altijd verre van alle Wild Rover-associaties. Springsteen, Dylan en Young zijn zijn muzikale voorbeelden.
Zo speelt hij dwars tegen alle gebabbel in het openingsnummer ‘All-in Good Time’ van zijn album ‘The Nashville Calling’ en dat is de beste Springsteensong in jaren – al is hij wel geschreven door Reel. En bij het lockdown-anthem ‘Isolation Blues’ vraag je je onmiddellijk – en tevergeefs – af op welk Dylan-album dat ook alweer stond. En ook Ben Reel is – zoals iedereen die kroegen moet platspelen niet vies van een cover zo nu en dan. Bij de Ier is dat wel een heel subtiele: Het door Jimmy Webb geschreven maar door Glen Campbell beroemd gemaakte – en sindsdien door talloze anderen uitgevoerde – ‘Wichita Line Man’. Dan is het pauze en weer tijd voor en Hannes De Vijfhoeker van de tap.
Ben Reel
++++++++++
Za 12 nov 2022, Slachthuis, Haarlem
Special Interest
De verschijning van Special Interest-zangeres Alli Logout is imposant en roept associaties op met een drag queen. Enorme Afro, centimeters-lange nagels en een boezem waar een klein vliegtuig op kan landen. Als ze eenmaal haar mond open doet realiseer je je wat werkelijk de kracht van haar band Special Interest is.
Voor het enige concert in Nederland deed de band uit New Orleans, waarvan onlangs op het Rough Trade Label het derde album ‘Endure’ verscheen, het Haarlemse slachthuis aan. Op een vaste schare fans kan de jonge groep zich nog niet beroepen. Maar wie er zaterdag bij was, is wel meteen supporter voor het leven.
Special Interest gaat over het overschrijden van grenzen – in ieder opzicht. De band speelt rock, maar dweept evenzeer met disco en techno. De bandleden zijn niet of nauwelijks naar gender in te delen. En je vraagt je als luisteraar al snel af hoe belangrijk dat ook hoeft te zijn.
De beats komen uit een doosje dat wordt bediend door Ruth Mascelli, maar worden onmiddellijk van het steriele, digitale karakter ontdaan door bassist Nathan Cassiani. De rol van gitariste Maria Elena blijft naast die van bassist Cassiani wat onduidelijk. Maar Logout is de spil waar alles om draait. Eén en al samengebalde energie en emotie. Terwijl de opwinding van het concert van Amy and the Sniffers in Patronaat, afgelopen maandag, helemaal leunde op de suggestie van seks en spanning, druipt die seks en spanning bij Special Interest van het podium.
In de pakweg veertig minuten dat de groep op het podium staat beweegt de uitgedragen emotie van ziedende woede via uitdagende provocatie naar pure geilheid. Als Alli Logout van een centimeter of tien afstand een bekertje bier in haar keel wil gieten, verdwijnt de drank vrijwel onvermijdelijk in haar decolleté. Dorst kan vele betekenissen hebben.
++++++++++
Do 27 oktober 2022, De Lift, Haarlem
Kookaburra
Ze begonnen ooit als band voor cricketkantines, met een repertoire dat bestond uit Tragically Hip covers en een buitenissige zanger. Inmiddels, zoveel jaar later dus, spelen zo op tal van andere plekken, sluipen er steeds meer zelfgeschreven nummers het repertoire binnen en is de zanger nog altijd buitenissig.
Kookaburra noemen ze zich. Een rockgroep zonder professionele ambities of topzware pretenties, maar tegelijk allesbehalve vrijblijvend. Donderdagavond speelden ze in het kader van de Haarlemse PopScene on Tour in Café De Lift. Eerst een paar Hip-liedjes, om warm te draaien. Vervolgens het eigen werk. Rock ‘met en twist’, soms onverwachte bluesriffs en een zanger wiens theatrale performance alle blikken vangt.
Tussen alle Engelstalige rock plots een openhartig liefdeslied in de eigen taal. Een soort Dijkiaanse directheid. En dan afsluitend de Allman Brothers-klassieker ‘The Whipping Post’, die in het verleden ook reeds werd gecoverd door Zappa en Sjako!, dus Kookaburra is voorwaar in goed gezelschap. De groep laat niet na het aankomende album onder de aandacht te brengen. Dat moet zelfs nog opgenomen worden. Maar in de verbeelding van alle betrokkenen is het al geweldig goed.
++++++++++
Donderdag 20 oktober 2022, Irrational Library @ Patronaat
Ja Maar en Lucy Kruger & The Lost Boys
De eerste Irrational Library avond van dit seizoen in Patronaat is meteen goed raak. Het begint al sympathiek met Ja Maar, een performance van podiumkunstenares Louky van Eijkelenburg en muzikant Matthias Tuinstra rond het klimaatthema. Omdat de geschiedenis zich spiraalvormig ontwikkeld komt om de zoveel jaar ook het vormingstheater en haar muzikale variant weer terug. Gekleed in een baljurk van plastic zakken bezingt Louky de supermarktcultuur en overconsumpty, om vervolgens in een soort zeewierpakje de visserij aan de kaak te stellen. Hoogtepunt van de korte set is echter het derde, deels gerapte lied, dat zich laat omschrijven als een veganistische variant op de Sjef van Oekel-klassieker ‘Zuurkool met Vette Jus’.
Met de van oorsprong Zuid-Afrikaanse, maar tegenwoordig in Berlijn residerende Lucy Kruger en haar Lost Boys komt er een groep van een heel ander kaliber op het podium. Internationale klasse, in ieder opzicht. Trage, maar daarom niet minder dynamische en vaak bijna fluisterend gezongen rocksongs. En volstrekt eigen muzikale stijl. De enige associatie die mij te binnen schiet is PJ Harvey, en dan vooral wat het beklemmende gevoel betreft.
Dat de groep al veel ervaring heeft opgedaan blijkt uit het feit dat de frontvrouw naar de rand van het podium durft te gaan en zich soms rechtstreeks tot het publiek richt, de bezoekers recht in de ogen kijkend. Een diep stemgeluid tegen een achtergrond van vaak ‘dronende’ gitaar en bas. En haar bandleden zijn ook niet mis. Gitariste Liu Mottes is de helft van het eerder dit jaar overtuigend gedebuteerde duo Soon, terwijl bassist Andreas Miranda gelieerd is aan het ‘neo-Kraut’-gezelschap Camera. In de gaten houden, deze Lucy Kruger.

++++++++++
Za 8 oktober 2022, diverse locaties Haarlem
Popronde

De grote verrassing van de Haarlemse Popronde van 2022 was de Popronde zelf. Vrijwel overal was het druk en er liep opvallend veel jong publiek door de stad. Iets wat mij begin september ook al bij de aftrap van het reizende festival in Nijmegen was opgevallen. Maar toen dacht ik nog dat dat wellicht was omdat dat nu eenmaal de ‘thuisstad’ van de Popronde is.
Zelf liep ik zonder ‘opdracht’ mijn Haarlemse Popronde. Ik had niet nadrukkelijk gecheckt wat waar speelde, al had ik vorige maand in Nijmegen al het een en ander opgepikt en kende ik ook anderszins al en handvol namen. Verder liet ik mij simpelweg leiden door vrienden die ik tegenkwam en cafés waarvan ik wist dat de eigenaar een goede smaak had.
’s Middags was ik al even wezen kijken bij B.R.A.S.C.O., de sympathieke surf- en designkledingshop van Severin Bells-zanger Christophe Brabanders. Daar speelde Poodle een akoestisch setje, dat echter zo pril en schuchter klonk, dat ik na drie liedjes weer weg was. Steviger ging het er een paar uur later aan toe in Lugosi’s bij de Wasted Youth Club. Regelrechte garagepunk waarbij de zanger de bar als een soort catwalk gebruikte. Bij Lokaal, waar Kai Needie speelde, was het vervolgens te druk om naar binnen te komen, zodat ik het achteraf met de enthousiaste verhalen van anderen moest doen. In De Flapcan was het bier meer aan mij besteed dan de mainstreampop van Bonna Nikki.
Vervolgens was daar het dilemma: Marathon – waarover al veel goeds de ronde deed – in Patronaat of de noise van Eaters Of The Soil in Lugosi’s. Het groepje waarmee ik was splitste zich op en omdat ik noise bijna net zo lekker vind als bier koos ik voor Lugosi’s. Geen spijt van. Op het Popronde-programma had ik gelezen dat vervolgens in de Wolfhound Cirrus Minor speelde. Een band met die naam mocht ik als oude Pink Floyd-fan toch niet missen. En muziekmaatje Theo dacht daar net zo over. Prima band. Powertrio waarbij vooral de bassist schitterde. Voor de afdronk gingen we nog even naar het Patronaat. Biertje OK. Bandje – Bumble B. Boy – snel vergeten. Mooie Popronde-avond.
++++++++++
Do 6 oktober 2022, Philharmonie, Haarlem
Madeleine Peyroux

Goethe zei het reeds: ‘Alles in der Welt lässt sich ertragen, nur nicht eine Reihe von schönen Tagen.’ Zelf heb ik zoiets vaak met muziek: Als het allemaal te smetteloos wordt slaat bij mij nogal eens de verveling toe. Ook heb ik altijd kunnen genieten van het door Gavin Bryars Portsmouth Synfonia, waarin geoefende musici spelen naast mensen die vrijwel voor het eerst een instrument vasthouden, waardoor er in de stukken van Tschaikovski, Schubert of Händel nog wel eens een nootje verkeerd gestreken of geblazen wordt. Heel verfrissend. Al even vrolijk word ik van ‘The Legendary Stardust Cowboy’ die begeleid door degelijke muzikanten er altijd in slaagde zichzelf te presenteren alsof hij een soort Caruso was, hoe ver hij ook van de juiste noot vandaan zong. En Dylan blijft een genie, zelfs als – of: juist omdat – hij de afgelopen decennia vaak een ander lied leek te zingen dan zijn band speelde.
Met Madeleine Peyroux is echter iets anders aan de hand. Haar albums, volgespeeld door topmusici, zijn doorgaans geweldig. Haar kracht is dat ze repertoire van anderen in een verrassend nieuw arrangement weet te presenteren en daarbij zingt zij ook prachtig. De platen hebben een onderhuidse spanning wat ze minder relaxed maakt dan ze op het eerste gehoor lijken.
Peyroux ‘live’ is echter een heel ander verhaal. Doorgaans laat ze zich dan begeleiden door een uiterst degelijk, maar traditioneel jazzcombo. En steevast zingt ze vals. Zo ook in de grote zaal van de Philharmonie, die tot en met de laatste rijn vol bleek te zitten. Centraal tijdens het optreden stond Peyroux’ beste album, ‘Careless Love’, waarmee ze in 2004 internationaal doorbraak. Daarop nummers als Cohens ‘Dance me tot he End of Love’, Dylans ‘You’re Gonna Make Me Lonesome when you Go’, het door Josephine baker in de jaren dertig al beroemd gemaakte ‘J’ai Deux Amours’ en de bluestraditional van de albumtitel. Stuk voor stuk in eigenzinnige versies. En ze kwamen ook alle vier voorbij in Haarlem.
Maar dan wel begeleid door haar goed, doch keurig spelende traditionele combo. En dat was een saaie bedoening geworden als de zangeres niet consequent dwars had gelegen – al dan niet bedoeld. Voortdurend tegen de juiste noot aan zingen en soms er een flink eind vandaan. Nu en dan wat ongecontroleerd over het podium bewegend. Vertellend dat haar vader die altijd Heineken dronk – waarbij ze en vies gezicht trekt – ooit de reclameslogan las ‘Drink Canada Dry’ en prompt naar het land ten noorden van de Verenigde Staten vertrok. Een grap die overigens niet tot de meerderheid het Haarlemse publiek leek door te dringen. Natuurlijk komen er nog een paar stukjes uit het Billie Holiday repertoire voorbij – ook niet toonvast, maar dat past bij Billie zowel als bij Madeleine. Ze ploetert. Ze worstelt.
Kortom, het is allemaal niet ‘zoals het hoort’, maar juist daarom weer fascinerend. En hoe je het ook wendt of keert, de songs komen weldegelijk ‘binnen’. Een staande ovatie kan er bij het publiek nog wel af. En daarmee ook een toegift bij de zangeres. Dat wordt wederom een Holiday-klassiekertje: ‘This is Heaven to Me’. En weer in de buurt van de juiste toonhoogte. Een del van het publiek is dan echter reeds naar de garderobe vertrokken. Verwarring. Heerlijke verwarring.
++++++++++
Vr 30 sept 2022, Pletterij, Haarlem
Blue Lines Trio + Han Buhrs

Het Blue Lines Trio is een combo dat net zo gemakkelijk swingt als abstract improviseert. Tien jaar bestaat het ensemble inmiddels – in e oorspronkelijke bezetting met Raoul van der Weide op contrabas, kraakdoos en nog zo wat, George Hadow op slagwerk en Michiel Scheen aan de piano. Alle drie technisch goed, eigenzinnig en avontuurlijk. Begin september verscheen hun tweede cd ‘Change and Change’, waarop net als op het debuut uit 2014 composities en improstukjes elkaar afwisselen. Tot zover de basisfeitjes.
In de Pletterij staan ze met speciale gast Han Buhrs – Amsterdams bekkentrekkend stemkunstenaar en ontregelzanger. Een concert dat – daar gaan we weer – wegens de diverse lockdowns en paar keer uitgesteld was. Maar nu dan toch en het achten waard.
Het begint met onomwonden swing waar Buhrs in mee moet gaan, of hij nu wil of niet. Maar al snel groeit hij in zijn rol als beschonken ‘crooner’. Even later leest hij een tekst als en performancedichter uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, waar de anderen een ruwrafelig soundscape-tapijtje onder leggen. Een drumsolo van Hadow – het blijft jazz – waarna Buhrs ronduit dadaïstisch wordt met ‘Groeten uit de grotten van Han’.
Na de pauze is het van het zelfde laken een pak: Wat boogie, wat stukjes ‘vrij’ en een stukje onversneden rommelblues. Als hij even de kans krijgt trekt Buhrs de stoute Tom Waits-schoenen aan, maar gaat daarbij altijd nèt een stukje verder dan zijn voorbeeld.
++++++++++
Ma 26 sept 2022, Occii, Amsterdam
Otomo Yoshihide, Sachiko M, Chris Pitsiokos, Onno Govaert en Jasper Stadhouders

Ik had hem in het verleden een keer of vijf, zes gezien, Otomo Yoshihide. Maar de laatste keer was alweer zeker tien jaar geleden. Misschien wel twaalf. Toch klonk alles meteen weer vertrouwd deze avond in Amsterdam waar de Japanner samen met landgenote Sachiko M, de Amerikaanse saxofonist Chris Pitsiokos en de Amsterdamse improvisatoren Onno Govaert en Jasper Stadhouders speelde. Zes verschillende sets in zes combinaties.
Eerst Pitsiokos op altsax, met Govaert op drums en Stadhouders op bas, die hij later voor de gitaar verruilde. Het begon een beetje in de stijl van Cactus Truck, maar dan zonder de brontosaurus-tenor van John Dikeman. De drie lijken ieder hun eigen gang te gaan en dat werkt wel. Vooral omdat ze het keurig binnen het kwartier houden.
Daarna mag Yoshihide solo het podium op voor een korte gitaar-impro. Hij laat het semi-akoestische instrument gillen als een speenvarken, een gebogen stuk ijzer als plectrum gebruikend. Een man die de grenzen opzoekt, zoals hij dat altijd al deed. Maar het is geen vrijblijvend buiten de lijntjes kleuren. Beslist niet. Dat merk je als hij met veel ‘sustain’ het instrument zo’n minuut achtereen laat piepen – niet ‘rondzingen’, maar echt ‘vasthouden van de toon’, met alle spannende interferentie van dien.
Sachiko M is altijd een muzikante van één toon geweest. Haar imago. Haar ‘unique selling point’. Maar wat voor één. Ook na een kwart eeuw bestaat haar concert nog altijd vooral uit die ene ‘sine-wave’-toon die ze uit haar sampler laat ontsnappen en vervolgens een beetje – maar minimaal – manipuleert. Vrijwel onbewegelijk en vooral stijlvol zittend achter haar Madurodam-mengpaneeltje. Maar de gang van die ene, messcherpe toon door de ruimte is onnavolgbaar. Als je als toeschouwer je hoofd langzaam beweegt hoor je hem eerst in het ene en daarna in het andere oor. Een vervreemdend effect. Nog altijd. Na een minuut of vijf komt er zelfs nog en tweede toon bij. Dan wordt het allemaal wel erg frivool…
Vervolgens verschijnen alle vijf de muzikanten op het podium. Ieder van hen lijkt iets anders met het eigen instrument te willen doen dan waar het oorspronkelijk voor gemaakt is, waarbij Omoto zich eerst over de draaitafels ontfermt, maar later toch weer voor de gitaar kiest. Al snel wordt het totaalgeluid een amorfe ‘noise’. Maar na pakweg een kwartier komt er wat meer ruimte. En dat betekent ook ‘ruimte voor structuur’, wat slagwerker Govaert zich niet laat ontzeggen. Hij is het die de boel bij elkaar houdt.
Daarna is het kiezen tussen een droog kwartietje om snel naar het station te fietsen of een vijfde set. Het wordt fietsen.

++++++++++
Zaterdag 4 september 2022, Pletterij, Haarlem
Trespassers W

Het was zeker een jaar of dertig geleden dat ik Trespassers W, de groep rond schrijver/zanger Cor Gout het laatst gezien had. En altijd vissend in de zelfde poule van avontuurlijke Haagse en Rotterdamse muzikanten, formeerde Gout door de jaren heen steeds andere bands om zich heen. Toch zijn gitarist Lukas Simonis en trompettist Frans Friederich, twee vertrouwde namen binnen het Trespassers W-universum en in de begindagen van de groep, ook reeds van de partij.
Gemakkelijke muziek hebben Gout en dezijnen nooit gemaakt en dat valt te prijzen. Gemakkelijke muziek is er al genoeg – méér dan genoeg. De liedjes op het album ‘Koala and other Metamorphoses’, dat in de Pletterij gepresenteerd en in z’n geheel gespeeld wordt, behoren in muzikaal opzicht tot het meest abstracte wat de groep op de plaat heeft gezet – in de verte een beetje te vergelijken met David Sylvians ‘Manafon’. Daarbij zijn Gouts in praatzang gebrachte Engelstalige teksten behoorlijk hermetisch van karakter.
Dat hermetische uit zich ook in de performance, waarbij de drie musici – de instrumentalisten gezeten op en stoel en Gout iets hoger op een kruk – zich meer op elkaar richten dan op het publiek, met uitzondering van Friederich ie weldegelijk contact met de zaal maakt. De centrale man blijft echter zijn blik strak op zijn tekstvellen gericht houden en dat is juist bij deze muziek fnuikend. Iemand als Jaap Blonk toont keer op keer aan dat je weldegelijk iets abstract kunt overbrengen als je je daadwerkelijk actief tot je luisteraars richt. Dat is de ‘schoenlepel’. Dan kom je zelfs weg met volstrekte abstractie als ‘Wop bop a loo bop a lop bom bom’.
Of het liedje zelf moet die handreiking doen, natuurlijk. Dat gebeurt in de finale bij Trespassers W, met het pakkende ‘Birdie Hop’ van Syd Barrett en Gouts eigen hele vroege nummer ‘Final Curtain’. Toch nog een vonkje.
++++++++++
Zondag 14 augustus 2022, Tolhuistuin, Amsterdam
Meindert Talma

Op een van de warmste zondagmiddagen van 2022 was ik in de Amsterdamse Tolhuistuin bij een optreden van Meindert Talma en verwonderde mij voor de zoveelste keer over dit unieke talent. Het was redelijk koel onder de bomen – in ieder geval goed uit te houden. Er waren frisse drankjes te koop en het publiek zat op banken aan picknick-tafels, terwijl de zanger zelf zich op het bordes van het paviljoen geïnstalleerd had met een elektronisch klaviertje op schoot, een laptop binnen handbereik en naast zich een flink videoscherm waarop zijn liedjes geïllustreerd werden.
En ja, ook ik hoor in mijn directe vriendenkring regelmatig dat Talma als muzikant helemaal niets voorstelt of op zijn best een karikatuur is. En dan wordt er nogal eens meewarig de schouders opgehaald. Daar denk ik dus heel anders over. Meindert Talma is uniek in Nederland. Dat hij muzikaal weldegelijk wat in zijn mars heeft wordt bijvoorbeeld onderstreept door de arrangementen die hij schreef voor het saxofoonkwartet dat hem begeleidt op zijn cd ‘Werkman’.
Maar ook als hij zich, zoals in de Tolhuistuin, basaal begeleidt op een klaviertje is dat geen zwaktebod. Integendeel. Bij Meindert draait alles om het verhaal. Ik ken eigenlijk geen andere singer-songwriter in Nederland bij wie echt ieder liedje zo consequent een verhaal is. En dan ook nog een verhaal vol verrassende wendingen, unieke rijmvondsten en eigenzinnig taalgebruik. De taal is buigzaam bij Talma, maar de muziek nog buigzamer. Hij past maat en melodie aan de woorden aan als de woorden belangrijk voor hem zijn. Het herinnert aan de vrije ritmiek en de crescendoloze kleine intervallen van de gregoriaanse muziek. Als je als luisteraar daar je oor voor durft te openen, onderga je een gezongen vertelling die zijn weerga niet kent in ons land.
Zo kwam in de Tolhuistuin ‘De Stadskabouter’ voorbij, naast kunstenaarsgroep ‘De Ploeg’. Hij zingt over Tarzan, die ‘slingert aan lianen’ en ‘de liefde bedrijft op bananenbladeren’. Heel serieus is hij vervolgens weer in ‘De Strategieën van de Ziel’, in een lied over Somalische piraten en als hij Domela Nieuwenhuis nazingt in ‘Wees altijd een mens van overtuiging’. Na de pauze komen een aantal van zijn befaamde voetballiederen voorbij, onder meer die over Frenkie de Jong en uiteraard meezinger ‘Oekie Hoekema’. Over alles kan iets boeiends verteld worden, ook over de ‘Versmobielondernemer’ – een lied dat alweer zo’n kwart eeuw oud is. Wie oren aan zijn of haar hoofd heeft weet: Meindert Talma verveelt nooit!
++++++++++
Vrijdag 5 augustus 2022, Sleazefest, IJmuiderslag
Quintron & Miss Pussycat

Concerten op plekken waar je lastig kunt komen hebben altijd iets speciaals. Zoals Sleazefest bij strandpaviljoen Beach Inn op IJmuiderslag, vrijdagavond. En als het dan ook nog eens diep in de nacht is wordt het nog specialer. Geen bus. Auto’s moeten parkeren op een plek vanwaar het nog minstens tien tot vijftien minuten lopen is. Alleen op de fiets rij je tot op een meter of vijftig afstand. Maar ja, op die fiets was ik vanuit Haarlem ook al een klein uurtje onderweg geweest.
Quintron & Miss Pussycat speelde rond middernacht. Ruim een maand was dit diep in de sixties-orgelrock gewortelde viertal inmiddels op tournee in Europa. Sleazefest bleek de afsluitende show. Ze stonden de afgelopen weken in kraakpanden, kleine clubs, op houtje-touwtje-festivals waar nauwelijks een deugdelijke installatie was, maar ook op het dakterras van het chique Berlijnse Haus Der Kulturen Der Welt als voorprogramma van stadgenoot Swamp Dogg.
Enfin, op Sleazefest gingen ze er nog een laatste keer ruig tegenaan. Aanzienlijk harder en wilder dan in Berlijn, waar ik hen vorig weekeinde zag. De ‘puppetshow’ van Miss Pussycat bleef in IJmuiderslag ook opgeborgen in de bus. Beginnend met het onverslijtbare, inmiddels zesenvijftig jaar oude ’69 Tears van Question Mark & The Mysterions. En vervolgens steeds meer eigen repertoire waarbij Quintron z’n klavier geselt terwijl zijn zelfgebouwde DrumBuddy rondtolt en Miss Pussycat met de maracas zwaait als een boze boerin met haar vuisten. Om tenslotte uit te komen bij ‘Teenagers Dion’t Know Shit’, de klapper van het meest recente album ‘Goblin Alert’. Stel je de verlosser voor bij een bijeenkomst van Anonieme Alcoholisten: ‘My name is Jesus Chris tand I’m an alcoholic. My name is Jesus Chris tand I can’t do magic.’ En we gaan nog niet naar huis, nog lang niet…
++++++++++
Do 4 aug 2022, Muziekgebouw, Amsterdam.
Dekmantel Festival

Ik ging naar Dekmantel voor Laurel Halo en Oliver Coates in het Muziekgebouw. Maar ja, aangezien mijn kaartje voor het hele festival geldig was, ging ik ook maar even bij Hermeto Pascoal in drezelfde zaal kijken. Pascoal is een wereldberoemde Brazilaanse jazzmuzikant die ik al talloze keren op concertagenda’s voorbij zag komen – vooral bij festivals als North Sea Jazz – maar van wie ik nog nooit een concert had bijgewoond.
Dat moest er dus eindelijk maar eens van komen. Hij is inmiddels zesentachtig, dus ik besloot mijn verwachtingen niet al te strak op te spannen. Hij trad aan met vijf technisch geweldige muzikanten, die hem vrijwel al het werk uit handen namen. De muziek een soort Braziliaanse fusion, waarbij het vooral gaat om nootjes poepen. Héél veel nootjes. Telkens als een van zijn muzikante een solo speelt stapt de oude Pascoal een paar passen achtreruit bij zijn klavier vandaan en gaat er even bij zitten. Begrijpelijk. Maar er zijn wel heel veel van die solo’s. Onophoudelijk, eigenlijk. Enfin, ik heb Pascoal op z’n zesentachtigste toch nog zien spelen.
Vervolgens stap ik de kleine zaal van het Muziekgebouw binnen bij het concert van de Russische Alexandra Zakharenko, alias Perila, die elektronische ambient produceert. Het bekende laagje over laagje schuiven met de laptop. Niet echt subtiel, maar in z’n bedwelmende monotonie heeft het wel wat. Na een klein half uurtje gooit Perila het roer echter om, pakt een microfoon en begint woordenloos me haar drones mee te zingen. Opeen is daar het ‘new age alert’ en alle Kitsch-stoppen slaan door. Hoog tijd om terug te gaan naar de grote zaal en een plekje te zoeken voor het optreden van Halo en Coates.
Van de Britse cello-pionier Oliver Coates heb ik twee albums in de kast staan en die vind ik prachtig. Hetzelfde geld voor de twee Laurel Halo-platen in mijn collectie en uitgebracht op het Hyperdup-label. De in Berlijn wonende Amerikaanse is een elektronicapionier, maar opgegroeid met viool- en pianolessen.
Het verschil met de exclusieve laptopmuzikanten is enorm. Ook Halo en Coates beginnen met een – zichzelf ontwikkelende – elektronische drone, maar gebruiken vervolgens de vleugel en cello als bronmateriaal voor de klanken die se samplen, bewerken en ‘loopen’. Voortdurend is er een nieuwe ‘input’ van die traditionele instrumenten. Vaak niet meer dan een paar noten, maar wel precies de juiste.
Het resultaat is uitgebalanceerd, heeft dynamiek en voelt organisch. Geen eindeloos herhalen van een ‘loop’ of thema maar een voortdurende ontwikkeling. Muziek die leeft en een mysterie in zich herbergt dat een digitale sample nooit heeft. Een avontuur.
Ik loop na afloop nog even binnen in het Bimhuis, waar CKTRL. Het alter ego van multi-instrumentalist Bradley Miller op het podium staat. Beslist goed, maar toch komt het niet meer echt binnen. Ik ben verzadigd door een uur prachtmuziek. Ik wil de herinnering aan Halo en Coates mee naar huis nemen en verder vind ik het wel best.

++++++++++
Wo 29 juni 2022, Patronaat, Haarlem
Spinvis

Spinvis kent zijn klassiekers. Hij begon zijn optreden in het Haarlemse Patronaat woensdagavond met het citeren van een paar regels uit de klassieke Lennaert Nijgh-tekst ‘Het Spaarne’. Om vervolgens met zijn band een zeven kwartier klokkend carrière-overzicht in te zetten voor een stampvolle grote zaal. Beginnend met ‘Icarus’, dan ‘Hallo Maandag’ en vervolgens het splinternieuwe, speelse ‘Tingeltangel Hersenpan’. De zanger gaat terug tot zijn eerste album met ‘Bagagedrager’ en ‘Astronaut’. Veel verrassende arrangementen, waardoor het is alsof je de liedjes weer voor het eerst hoort. Alles heeft een reden, zoals hij zingt in het schitterende ‘Picasso’.
Soms praat Erik de Jong meer dan dat hij zingt. Maar toch hebben zijn liedjes altijd melodieën die in hun kleinheid toch hartverscheurend kunnen zijn. Pop in pasteltinten en onmiskenbaar Europees. Hoewel, dat gezegd hebbende is er hier en daar weldegelijk ruimte voor wat rockriffs. Wat mij betreft is het ditmaal weer in een andere versie gebrachte ‘Stefan En Lisette’ een onvervalste Nederpopklassieker en het bewijs dat een goed liedje niet per se een kwestie hoeft te zijn van het opendraaien van de persoonlijke emotie-kraan. Integendeel zelfs.
En waar Shaffy zijn ‘Zing, Vecht, Huil, Bidt, Lach, Werk en Bewonder’ had, bereikt Spinvis een vergelijkbaar effect met ‘Reis ver, drink wijn, denk na, Lach hard, duik diep, Kom terug’. Brok in de keel momentje.
++++++++++
Za 25 juni 2022, Patronaat, Haarlem
Kliko Fest

Een Kliko Fest vangen in 250 woorden is natuurlijk een onzinnige onderneming. Maar een paar impressies zijn altijd mogelijk. Van het concert van Jon Spencer en zijn Hitmakers had ik – als Blues Explosion fan – niet zulke hoge verwachtingen na zijn nogal zwakke optreden als voorprogramma van The Melvins in Haarlem, een jaar of vier geleden. Maar dat viel alleszins mee. Vooral omdat hij niet geforceerd probeert de Explosion nog eens over te doen, maar een nieuwe richting zoekt.
In dit geval met onder meer oud Sonic Youth- en Pussy Galore-drummer Bob Bert op staal- en oud ijzer slagwerk en Sam Coomes op ‘primitief klavier’. Het levert een soort pan-Newyorkse mélange op van Blues Explosion, Suicide, James Chance-achtige no-wave en Tuff Darts-rockabilly. De songs beklijven niet echt, maar de sound is spannend.
Bij het punkrock-rariteitenkabinet The Blacks draait het juist weer wel om de liedjes. Muzikaal misschien wat simpel, maar visueel zijn deze Village People van de punk een feest en ‘Dirty Hands’ en ‘O Katrina!’ zijn wellicht zelfs de fijnste liedjes die deze avond in Patronaat te horen waren.
De Autralische Chats zijn niet aan mij besteed. Te lomp, te eendimensionaal en de nummers beklijven niet. Wat mij betreft nog geen schaduw van hun fantastische landgenoten van weleer, Cosmic Psychos, waaraan ze zich lijken te willen spieglen en die in het verleden ook regelmatig in Haarlem speelden.
Ondertussen mag ook het programma in de kleine zal er zijn. The Bobby Lees hebben geweldige hooks en riffs plus de bijbehorende energie, maar het ontbreekt hen nog wat aan sterk repertoire en de Californische The Schizophonics zetten zondermeer de spectaculairste show van de avond neer, al blijft dat toch meer circus dan concert.
Onverwacht hoogtepunt van Kliko is wat mij betreft het mysterieuze Londense gezelschap Snapped Ankles. Stel je een sjamanistische variant voor van de Berlijnse ‘neo-Krautformatie’ Camera. Vier muzikanten verkleed als onbestemde boswezens. Een genadeloze drummer, veel manische elektronica en een zanger die op een gegeven moment van het podium komt om het publiek in de zaal voor te gaan in een mysterieus ritueel. Opwindend!


++++++++++
Za 18 juni 2022, Houtnacht, Haarlemmerhout, Haarlem
Karen Willems & Jürgen Augusteyns en Burners

Een reden dat ik geen echte festivalliefhebber ben is de keuzestress. Zie je op een festivalposter vijf absolute favorieten op een totaal van pakweg vijfentwintig of dertig concerten, blijken ze onderling zo geprogrammeerd dat je er maar twee van begin tot eind kunt bijwonen. En dat dat niet alleen geldt voor grote festivals bleek zaterdagavond maar weer bij de verder overigens geweldige, even kleinschalige als avontuurlijke Houtnacht. Een mooi concept: Omdat de hele infrastructuur voor het – grotere – Houtfestival op zondag toch al opgebouwd is, kan die de avond ervoor mooi gebruikt worden om meer marginaal en aankomend talent een podium te geven.
Een stuk of twintig concerten, waarvan pakweg de helft een hiphop- en houseprogramma verzorgt in één van de tenten. Ik heb mijn zinnen gezet op een drietal concerten elders op het terrein, waarvan er twee weer deel uitmaken van het kleinere ‘Tiny Festival’ binnen het festival. Om te beginnen de Belgische improdrummer Karen Willems die ditmaal het avontuur opzoekt met gitarist Jürgen Augusteyns. Ze kennen elkaar en maakten vorig jaar al samen een album. Wat hun optreden verslavend maakt is het ongelofelijke plezier dat ze uitstralen, elkaar uitdagend, muzikale cadeautjes gevend en letterlijk hun hart uitschreeuwen. Wie op het geluid afkamt blijft vervolgens gebiologeerd staan kijken en luisteren.
En dan de lastige: Wordt het Plan Kruutntoone, dat ik de afgelopen kwart eeuw toch al een keer of vijftien gezien heb, maar altijd weer boeiend vind, of relatieve nieuwkomer Burners, waarnaar een kort YouTube-filmpje mij toch wel heel erg nieuwsgierig makte. Ze spelen precies tegelijk. Ik kies voor ‘nieuw’. Burners speelt muziek zoals ik ie nog nooit heb gehoord. Een vreemde mix van rock-‘n-roll, elektronica en funk-achtige dub (of dub-achtige funk). Twee zangeressen, een muzikant die van alles met een drummachine en samples doet, plus een drummer en een bassist. Geen werkelijk melodie-instrument – gitaar, klavier, saxofoon of andere blazer. De ‘melodie’ moet van de twee zangeresen komen. Soms raken die he spoor even bijster, maar vaker lukt dat wonderwel en levert dat een ‘sound’ op die ik nog niet eerder hoorde. Spectaculair!

++++++++++
Do 16 juni 2022, Occii, Amsterdam
A Fungus

Een droomstart zou je het kunnen noemen, de albumpresentatie van A Fungus donderdagavond in Occii. Met een publiek dat zelfs de lichtste tempoversnelling van de groep beantwoordde met een heuse moshpit, terwijl de muziek ondertussen aangenaam schots en scheef bleef. Het schijnt dat alle optredende groepen wel op één of andere wijze een connectie met het Amsterdamse Barlaeus Gymnasium hadden, en voor het publiek gold dat nog nadrukkelijker. Het was nota bene een uitverkocht huis vol welopgevoede adolescenten in overduidelijk uitgelaten eindeschooljaar- dan wel post-examenstemming. Welopgevoed en een tikkeltje alternatief tegelijk.
Maar het gaat natuurlijk om de muziek en de twee hoofdstedelijke groepen die de avond dragen, Petersburg en A Fungus, hebben nogal wat gemeen. Beide combineren pop met dwarsigheden. Maar bij Petersburg is het warse rock met popelementen en bij A Fungus pop met warse rockelementen. Een subtiel, maar onontkoombaar verschil. En dat AFungus harder speelt dan Petersburg doet daar niets aan af.
Zo speelt A Fungus regelmatig met de ook bij dance-dj’s populaire formule van zo nu en dan gas terugnemen en er dan – vlak voor het moment dat het publiek begint te morren – weer vol in gaan, met alle euforische reacties van dien.
Zo ongeveer het complete A Fungus-album ‘It Already Does That’ komt voorbij, wat gespierder dan de plaatversies. Op het vinyl is de dynamiek wat subtieler gedoseerd. Maar daar staat in Occii een enerverende publieksparticipatie tegenover. Ik noem het maar rock uit het post Sonic Youth tijdperk. Allerlei vergelijkingen maken of mogelijke invloeden opsommen is zinloos. Ik kan mij voorstellen dat deze generatie muzikanten geen enkele boodschap heeft aan dEUS, Talking Heads, Feelies en wat ik er allemaal nog meer in terug hoor. Dit is gewoon 2022. Dit is A Fungus.
++++++++++
Di 14 juni 2022, Worm, Rotterdam
Lena Hessels

Er waren dinsdagavond vooral meisjes op het concert van Lena Hessels afgekomen. Veel meisjes. En een enkele genderfluïde jongen. Een publiek dat de éénentwintigjarige zangeres en songwriter onmiskenbaar als ‘rolemodel’ bejegende. En daar bleek ze niet de minste moeite mee te hebben.
De gitaar en de hamer waarmee ze drie jaar geleden nog haar drummachine aanstuurde zijn verdwenen. Alle muziek is ‘ingeblikt’ en tegelijk aanzienlijk meer ‘pop’ dan voorheen. Maar het eigenzinnige raffinement is gebleven en om haar optreden wat meer decor te geven staat de zangeres onder een soort hoog wasdroogrek met gekleurde lampjes. Maar even gemakkelijk loopt ze even het publiek in. Bestudeerde nonchalance, of ontembare spontaniteit? Ondanks het nieuwe showaccessoire is het toch vooral de persoonlijkheid van de zangeres waarmee ze haar publiek inpakt.
De conclusie bij het beluisteren van haar debuut-EP ‘Billow’ in 2018 was dat Lena een grote belofte is. En nu, bijna vier jaar later, is het repertoire niet alleen sterker maar ook nog veelbelovender dan destijds. Popmuziek, maar van het soort dat voortdurend uit de voegen van het pop-idioom lijkt te willen barsten. Pakkende liedjes, eigenzinnige arrangementen en een permanent open einde.
In de finale vraagt ze het publiek om haar naam te scanderen: ‘Le-Na! Le-Na! Le-Na! En iedereen doet mee. Die impact blijkt ze te hebben. Dan kan het ook geen toeval zijn dat op een gegeven moment het brandalarm in de zaal begint te loeien. Lena is on fire!
++++++++++
Zo 12 juni 2022, Slachthuis, Haarlem
Temple Fang & Ecstatic Vision

Ik was bij Rapa Nuì op het Bloemendaalse strand op deze zomerse zondag, waar Patronaat de komende dagen ieder weekeinde een gratis toegankelijk programma heeft. Daarom rekende ik 3er niet meer op dat ik ook nog naar het Slachthuis kon. Maar dat liep anders. Eenmaal thuis las ik dat Temple Fang pas om 21:30u zou spelen en daarna volgde nog Ecstatic Vision, het Amerikaanse voorprogramma. Dat was gemakkelijk te doen.
Temple Fang zag ik een maand of twee geleden nog in het Patronaat: Meer ‘dronende stoner’ dan metal. Zwaar hypnotiserende muziek waarbij men niet bang is om tien minuten lang hetzelfde akkoord te spelen. Maar dan wel héél intens. Tegelijk is het op een Neil Young-achtige wijze heel complex. Ook in een nummer van een half uur gebeurt geen twee keer hetzelfde. Muziek die van de luisteraar vraagt dat hij of zij zich er aan over geeft.
De muzikale subtiliteiten die het werk van Temple Fang kenmerken, ontbreken bij Ecstatic Vision uit Philadelphia. Daar staat tegenover dat de groep wel weer een geweldige show neerzet. De basis is – kort door de bocht gesteld – de MC5-formule. En saxofonist Kevin Nickles en zanger/gitarist Douglas Sabolick stelen de show. Nickles krioelend over de vlier, terwijl Sabolick hem volgt en zijn zangmicrofoon voortdurend vlakbij de hoorn van zijn tenorsax tracht te houden.
Even later stapelt dezelfde Sabolick een paar bierkratjes, om daar op te klimmen en armzwaaiend te zingen alsof hij op een lessenaartje in Hydepark staat. Enerverend, maar uiteindelijk maakt Temple Fang meer indruk.

++++++++++
Za 4 juni 2022, Sounds, Haarlem
The Stomp Brothers

Er was van alles tussen gekomen, de afgelopen maanden, maar eindelijk konden The Stomp Brothers dan hun debuut-LP ‘Bitter Jug Blues’ presenteren. Uiteraard een instore bij Sounds in Haarlem dat de plaat ook uitgebracht had. Gitarist Pieter Mulder en harmonicablazer Sjef Huurdeman maakten er ook maar meteen een compleet concert van: Geen vier of vijf liedjes zoals bij een ‘instore’ gebruikelijk, maar een vol uur.
De rolverdeling bij de Brothers ligt vast. Mulder is de snarenvirtuoos die in feite de lijnen van de songs trekt en soms ook zingt. En Huurdeman kleurt in, maar altijd bescheiden. Accentjes, een enkel herhaald melodisch motiefje. Maar altijd genoeg om een liedje een meerwaarde gegeven.
Het meest karakteristieke van de Stomp Brothers is altijd de eigenzinnige repertoirekeuze. Die gaat van Django Reinhardt naar Randy Newman en van Wes Montgomery via Fred Neil naar de eigen stukken van Mulder. Daarbij neemt hij niet zelden de poëzie van Louis Lehmann als uitgangspunt.
Toegegeven na drie kwartier dunt het publiek wat uit. Maar dat kan natuurlijk ook komen doordat er nogal wat ‘usual suspects’ op het optreden zijn afgekomen die de afgelopen jaren nog geen concert van de Stompers gemist hebben. Geen muziek voor arena’s, maar beslist een unieke sound.


++++++++++
Di 31 mei 2022, SuperSonic, Parijs
Death Valley Girls

Toegegeven, een concert stond niet op het programma bij ons midweekje Parijs. Musea en terrassen zouden het worden. Maar ja, ik kon het voor vertrek niet laten om toch nog even een paar pop- en rockagenda’s door te nemen en tussen tal van ‘overpriced’ popnamen stond plotseling een gratis programma in een zaaltje waarvan de nam mij verder niets zei: SuperSonic. En van de drie geprogrammeerde groepen deed er ééntje een bel rinkelen: De Dead Valley Girls, is dat niet die meiden-garagegroep uit Californië die in het jaar voor de pandemie nog eens in het Haarlemse Patronaatcafé speelde?
Inderdaad, en ze staan als laatste op het programma, zodat er na het eten nog op het gemak heen gewandeld kan worden. SuperSonic is een relatief nieuwe club, vlakbij Bastille, waar de bands betaald worden van de bieromzet. Overal waar je kijkt staan biervaten. Wat bezoekers betreft is de capaciteit ergens tussen de 250 en 300. Tegen half elf ’s avonds verschijnen de Girls – dat wil zeggen drie vrouwen en een man – op het podium.
Fuzz, sustain en nog wat vergelijkbare gitaareffecten worden open gedraaid. De zangstemmen zijn schel en in het begin nog wat aarzelend – het is de eerste show van de Europese tour. Maar het rockt, klinkt degelijk en herken een enkel nummer van het album ‘Under The Spell Of Joy’ uit 2020 dat ik in de kast heb staan. Verpletterend is het niet, maar sympathiek. De subtopper waar de popmuziek feitelijk voor een heel groot deel op drijft. En Nederland slaan ze over deze tour, lees ik op de website.
++++++++++
Ma 16 mei 2022, Pletterij, Haarlem
Feralia Planitia en Mäläskä & Däcker

Een avond ‘proggen’ in de Pletterij en dat was zéér OK. Aanstichter van het geheel was Remy Stroomer, de man achter het in synthesizer- en elektronicamuziek grossierende label Desert Island Music. Een van de laatste aanwinsten in zijn ‘fonds’ (klinkt toch beter dan ‘stal’) is technoproducer Feralia Planitia, alias Simona Dellamorte, over wie ik afgelopen zaterdag al uitgebreid schreef in Haarlems Dagblad. Zij debuteert en doet dat zeer overtuigend.
Daarna staat de combi van Mäläskä en Däcker op het programma. Achter de naam met de drie trema’s gaan Stroomer zelf – op klavieren – en gitarist Petter Janse schuil. Däcker is het alter ego van synthesizer-grootverbruiker Peter Dekker. En na pakweg een kwartiertje voegt zich ook nog de van de Pletterij-improsessies bekende bassist Tristan Lama Waaien bij het gezelschap.
Het concert begint met een geluid van het opstijgen van een door anti-gravitatie aangedreven ruimteschip. Niet dat ik enig idee heb hoe dat zou klinken, maar het doordringend zoemende dat door Reemer en consorten wordt geproduceerd stel ik mij daarbij voor. Langzaam maar zeker komen lichte beats en pulsen in het totaalgeluid dat ritmisch steeds constanter, maar melodisch alsmaar rijker wordt. En beter.
Na een klein half uur wordt er muziek gespeeld die je zo kunt inblikken en verkopen als teruggevonden opnamen van Tangerine Dream. Afgezien van wie erbij waren in de pletterij zal geen mens het tegendeel kunnen bewijzen. De musici blijven overigens strak geconcentreerd op hun apparatuur en instrumenten, als procescontrollers in een volledig gerobotiseerde productielijn. Geen enkel contact met de zaal.
Na pakweg drie kwartier is er een wel erg lang door piano gedomineerd intermezze – alsof het ruimteschip de afstand tussen twee zonnestelsels moet overbruggen. Om uiteindelijk weer meer tot leven te komen en tenslotte sonoor en beatloos te verdwijnen in een zwart gat. Erg goed. En het zaalgeluid was perfect.
++++++++++
Zondag 15 mei 2022, De Waag, Haarlem
André Manuel

Als iemand na pakweg drie kwartier André Manuel toefluistert dat het tijd is voor een pauze, kijkt de Tukker verbaasd op. Pauze? Daar doet hij niet aan! Ja, maar dat is in De Waag nu eenmaal de gewoonte, zegt een ander. Niks mee te maken, reageert Manuel weer. ‘Moeten jullie dan plassen? Ja, dat krijg je natuurlijk met al die prostaten op leeftijd. Maar gaan jullie maar even naar het toilet hoor, dan speel ik ondertussen een pauzemuziekje.’ En hij zet een countrydeun in: ‘Ik doe een rukkie in m’n truckie in Kentucky’. Als de eigenaar van de zaak zegt dat het toch echt de bedoeling is dat er even een drinkpauze komt zet de zanger met een onmiskenbaar venijnige blik in de ogen zijn gitaar opzij, loopt even naar buiten om een minuut of tien later zijn concert te vervolgens met de opmerking: ‘Na dit nummer volgt er een korte pauze’.
Dat was ongeveer de sfeer bij het Waagdebuut van Manuel, die zich ondertussen wel weer deed gelden als een van de beste en meest intrigerende singer-songwriters die ons land rijk is. Met – laat dat vooral ook gezegd zijn – een grote aanhang in Haarlem die deze zondagnamiddag in grote getale aanwezig was. In z’n eentje, zichzelf begeleidend op elektrische en een enkele keer akoestische gitaar, zong de man uit Diepenheim een dwarsdoorsnede uit zijn oeuvre, inclusief klassiekers als ‘Kraaien’, ‘Junkie’, ‘Drinkebroer’ en ‘Alles Komt Goed’.
Nummers die ik stuk voor stuk al talloze keren gehoord heb, maar telkens weer anders. En dat geld ook voor deze soloversies, waarbij iedere dwars-gespeelde gitaarnoot weer een nieuwe dimensie toevoegt en het bluesgevoel langs de Waagwanden druipt.
++++++++++
Zo 15 mei 2022, Cool Kunst en Cultuur, Heerhugowaard
VanWyck

Hoe goed een plaat ook is, een muzikant bewijst zich pas werkelijk op het podium. VanWyck onderstreepte dat zondagmiddag in het Heerhugowaardse Cool Kunst en Cultuur. En dat terwijl haar meest recente album ‘The Epic Tale Of The Stranded Man’ op zichzelf al één van de sterkste platen is die dit jaar tut dusverre in ons land zijn verschenen.
Begeleid door Reyer Zwart op bas en gitaar, Paul Bond op klavieren en Rowin Tettero op drums speelde Christine Oele, de vrouw achter de groepsnaam, op één song na het complete album. Ze zong loepzuiver, maar belangrijker is dat ze de liedjes een dynamiek mee wist te geven die door geen geluidsdrager geëvenaard wordt.
Ze zou eigenlijk in een van de theaterzalen van het cultuurgebouw spelen, maar de wat bescheiden kaartverkoop zorgde ervoor dat uitgeweken werd naar het café-podium wat voor de bezoekers beslist geen straf was. Want intiemer en méér ‘met-je-neus-d’r-op’. Mest als bijkomend gevolg dat ieder liedje voor iedereen woordelijk te verstaan was.
Dat laatste heeft ook alles te maken met de bescheiden invulling door de drie begeleidende musici. In plaats van alles dicht te plempen, worden slechts accentjes geplaatst waar het daadwerkelijk iets toevoegt aan het warme stemgeluid dat de liedjes al draagt. De dynamiek van het concert zorgt er ook voor dat het repertoire meer gaat leven, organischer wordt, met als hoogtepunten de nummers ‘Maybe, Maybe Not’ en ‘The Smiling Prophet’, waarna als aanvulling op het nieuwe album nog een handvol oudere nummers volgen, waaronder juweeltjes als ‘Lead Me On’ en ‘Carolina’s Anatomy’.
Ik gun VanWyck zalen met 2500 bezoekers, maar ben dolblij dat ik haar in Heerhugowaard met 25 kon zien.
++++++++++
Za 14 mei 2022, Slachthuis, Haarlem
Kalaallit Nunaat

Wat is Rotterdam de laatste jaren rijk als het om rock gaat. Nu weer Kalaallit Nunaat. Al zo’n twee jaar zag ik de naam (‘native Groenlands’ voor Groenland) voorbij komen, doorgaans gekoppeld aan lovende commentaren, maar het kwam er niet van ze te zien. Zal wel pandemische oorzaak hebben. Enfin, nu dus in een Slachthuis. Ruim een uur later dan de op de website aangekondigde aanvangstijd. Om de spanning nog wat op te voeren, waarschijnlijk.
Maar wat zijn ze goed: Strak, hard, hoekig en basaal rockgeluid waarbij de elektrische gitaar van Redwin Rolleman voor het unieke karakter zorgt. Snerpend en met scheermesscherpte gaat het door alles heen. Zonder ophouden. Ieder nummer weer. Maar ook zo urgent dat het blijft boeien. Sterk nog, dat het dwingt te luisteren.
Door de melodie-loos uitgespuwde teksten herinnerde de groep wel een heel klein beetje aan Global Charming, dat ik vorig weekend nog zag. Maar de Rotterdammers spelen harder, compromislozer en confronterender. Hun nieuwe single ‘Pressure’ zullen ze ongetwijfeld gespeeld hebben. Ik kan het mij eerlijk gezegd niet herinneren, maar hij staat inmiddels – the morning after – op repeat.
Bartek en Iguana Death Cult speelden eveneens zaterdagavond. Beide bands kende ik al. Beide prima subtoppers in het alternatieve circuit. Maar Kalaallit Nunaat bleef het meest hangen. The first cut is the deepest.
++++++++++++
Zo 8 mei 2022, Patronaat, Haarlem
Roots of Heaven

Eindelijk weer een echt festival in Patronaat. Wat minder grootschalig dan voor de pandemie, maar inhoudelijk beslist ‘top’. Laat ik mij ditmaal eens niet verliezen in allerhande omvattende bespiegelingen Maat gewoon melden wat er te horen was.
Het begint ’s middags met de Amerikaanse singer-songwriter Simon Joyner. Een man die een veel groter publiek verdient dan het handjevol dat hem nu toeluistert. De Amerikaan begon zijn loopbaan parallel aan die van Bonnie ‘Prince ‘ Billy en Bill Callahan, alias smog.
In tegenstelling tot voornoemde rockers slaagde Joyner er nooit in de mainstream van de Amerikaanse rock te bekijken. Maar hij gaat stug door en blijft altijd in het hier en nu. Zijn set in Patronaat is prachtig. In het hier en nu. Met een handvol schitterende liedjes van zijn nieuwe album ‘Songs From A Stolen Guitar’. Joyner is ‘echt’, geen nepper. Anderen noem at wel ‘integer’. Mag ook. Ik smelt in ieder geval bij zijn Leonard Cohen-achtige songs en schreef al eens uitgebreider over hem voor FRNKFRT. Dat kun je hier teruglezen.
Het Haarlemse bluegrasskwartet zag ik het afgelopen half jaar drie keer en wordt telkens weer een stukje beter. Maar de eerste echte topper van de Dag is Anne Soldaat, de man die met ‘Facts & Fears’ een van de mooiste Nederlandse albums van 2021 maakte – en misschien mag dat voorvoegsel ‘Nederlandse’ ook wel weggelaten. Bij Soldaat is niets geforceerd. Alles lijkt volstrekt natuurlijk te gaan. Wat er in zit komt via de gitaar naar buiten.
Na zijn concert moet ik even bijkomen. Overdaad schaadt en te vroeg een verzadigingspunt bereiken op een festival is fnuikend. Dus Jimmy Diamond hoor ik van een afstandje en met een kart oor. En hetzelfde geldt later voor – zoals dat in Engelstalige muziekbladen soms zo fraai gezegd wordt – de bona fide Amerikaanse singer-songwriter Anya Hinkle, die overigens begeleid wordt door een geweldige slidegitarist.
De Flamin’ Groovies – met gitarist Cyril Jordan al enig origineel lid – zag ik vorige week in Parijs en toen viel het behoorlijk tegen. (Ik schreef afgelopen week al over de groep voor de krant en er komt waarschijnlijk ook nog een verhaal in een muziekblad) Des te groter was de verrassing dat Jordan ditmaal wel uitstekend bij stem bleek. Prima liedjes. Natuurlijk kwamen de klasiekers ‘Shake Some Action’, ‘Teenage Head’ en ‘Slow Death’ voorbij. Een rock-relikwie, dat zeker. Maar één dat het verdiende nog een keer applaus te krijgen. Te zien
Ryley Walker was in 2015 al eens solo in het Patronaatcafé te zien, met het folkachtige repertoire van zijn doorbraakalbum ‘Primrose Green’. Sindsdien bewoog hij steeds meer in een jazzrichting en de muziek die hij met een bassist en drummer op Roots in Heaven laat horen zou ook op bijvoorbeeld North Sea jazz prima op z’n plaats zijn. Goed, intrigerend, als kost het na vijf uur muziek wat moeite om de concentratie op te brengen.
Juist daarom is het fijn dat er tenslotte nog even stoom kan worden afgeblazen bij de rampestamp-bluesrock van GA-20 uit Boston. En zo is ook deze Roots of Heaven weer een kwart etmaal ode aan de muzikale ambachtelijkheid.

++++++++++
Zaterdag 7 mei 2022 in North End, Haarlem
Yorick van Norden

Ik aarzelde zaterdagmiddag of ik helemaal naar Noord zou fietsen voor de instore van Yorick van Norden. Maar wat ben ik achteraf blij dat ik het gedaan heb, want het bleek echt heel erg goed. Een klein half jaar, kort voor de laatste harde lockdown, was ik bij de presentatie van zijn album ‘Playing By Ear’ in Patronaat. Daar speelde hij met een handvol begeleiders om hem heen en dat viel niet echt mee. De liedjes waren prima, maar er was voortdurend een suggestie van ‘rocken’ die nooit echt ‘rocken’ werd.
Yorick is een songsmid en in die hoedanigheid primair een singer-songwriter – hoewel een bassist en percussionist op de achtergrond niet per se verkeerd is. Maar dat dat ook weer niet echt nodig is, blijkt bij North End. Voor een veertigtal toegewijde luisteraars, vrijwel allemaal ouder dan hijzelf, brengt hij repertoire van zijn twee meest recente albums. Alleen, ontspannen en zelfverzekerder dan ik hem in tijden heb gezien. Door de schaal en de intieme ambiance komen de liedjes ook echt binnen.
Hij is altijd een man geweest van praatjes tussendoor. Voorheen waren die nog wel eens heel erg braaf en zoetsappig, maar ook in dat opzicht lijkt Van Norden losser en wat brutaler te worden en dat is leuk. Misschien is het ook wel de voor hem vertrouwde omgeving van North End, want de miraculeus als weer meer dan een halve eeuw overlevende onafhankelijke platenwinkel in Haarlem Noord is voor veel artiesten een ‘instore-favoriet’.
Omdat hij het binnenkort in een televisieprogramma moet zingen liet Yorick ook nog even McCartneys ‘Blackbird’ voorbij komen. Het enige liedje dat wat mij betreft niet had gehoeven, want ik vind het al mijn halve leven een van de zeikerigste Beatles-liedjes. Maar goed, als even later topsongs uit zijn oeuvre als ‘Train In The Station’ en ‘Another Day In London Town’ langskomen is die Macca-draak allang weer vergeten. En fluitend fiets ik in de voorjaarszon weer terug naar het centrum.
++++++++++
Vr 6 mei 2022, De Nieuwe Anita, Amsterdam
Bingo Trappers en Global Charming

Leuk, twee groepen die mij boeien op één avond samen in de Anita, dacht ik toen ik de aankondiging zag. Maar ook: Wat hebben die twee in vredesnaam met elkaar te maken? De Bingo Trappers zijn al ruim een kwart eeuw het vehikel van zanger en songschrijver Waldemar Noë en multi-instrumentalist Wim Elzinga, die de liedjes met zijn steelguitar doorgaans met een countryrock-sausje overlaadt. Global Charming een aanstormend jonge band die een eigen draai aan de huidige postpunk-revival geeft. Verbindende factor blijkt een familiaire: De gitariste van Global Charming het Sara Elzinga.
Wim Elzinga speelde de afgelopen decennia op tientallen albums van anderen mee: Van Darryll-Ann tot Claw Boys Claw en van Hallo Venray tot The Avonden. Generatiegenoot Noë concentreerde zich vooral op de Bingo Trappers, waarmee hij inmiddels een dozijn albums aan liedjes vulde en hij lijkt voorlopig niet van plan om te stoppen. Zijn enthousiasme als performer werkt aanstekelijk, maar tegelijk maakt het optreden in De Nieuwe Anita voor de zoveelste keer duidelijk waarom zijn groep nooit de status heeft bereikt van bijvoorbeeld Darryll-Ann. De liefde voor muziek is onmiskenbaar, maar de werkelijke ‘pop-uitstraling’ ontbreekt. En die zal met het verstrijken der jaren ook alleen maar verder slijten.
Bij Global Charming, met oud-Haarlemmer Jilles van Kleef aan het ‘zijfront’, is aan popuitstraling geen gebrek. Integendeel, hun hele concert ademt in alles het hier en nu. Losjes aanhakend bij de postpunktrend ademt hun hoekige en dansbare rock een aangename urgentie. Denk Talking Heads, Hula, The Tapes in de vroege jaren tachtig. Ze brengen veel volk op de been in de Anita en spelen anderhalf jaar na het verschijnen van hun debuutplaat ‘Mediocre, Brutal’ alweer flink at nieuwe nummers. Prima avond.

++++++++++
Zo 1 mei in Worm, Rotterdam
Vera Vice en Audrey Chen

Van Vera Vice had in nooit gehoord, maar aan hun weekje experimenteren in de Rotterdamse Wormstudio zat ook een concert vast. En het resultaat verraste. Experimenten met analoge synthesizers leveren doorgaans iets abstracts op, maar deze twee vrouwen uit het Estse Tallinn maken er heuse tweestemmige ‘droompop’ van. Zoet en speels, melodieus en meerstemmig, met een basistrack die via de laptop uit de luidsprekers komt en het live-gespeelde analoge synthgeluid als zeer licht ontregelend element. Het tweetal staat achter hum elektronische plankjes alsof ze een lezing geven achter een lessenaartje. De liedjes zijn stuk voor stuk kort en de muziek past naadloos bij de rafelrandloze pop die thans gangbaar is. Charmant, sympathiek, aangenaam, maar niet opwindend.
Het werk van Audrey Chen is van een andere orde. Ik kende het werk van de inmiddels zesenveertig jarige Amerikaanse van Chinese afkomst van een album dat ze een jaar of twaalf geleden maakte samen met elektronicamuzikant Robert van Heumen, onder de naam Abattoir. Daarop speelt ze cello en is ze als stemacrobate te horen. Sindsdien volgde ik haar op afstand – ik las soms over haar in The Wire – maar realiseerde mij niet dat de cello vrijwel heel heeft plaatsgemaakt voor elektronica.
In Worm komt ze daar goed mee weg. Terwijl ze met haar tem vooral krekel- en rateslanggeluiden produceert, bespeelt ze een soort grote kraakdoos. En dat blijkt een prima klankmélange. Gedurende haar optreden – één lang stuk van een minuut of veertig – gaat ze steeds meer ‘zingen’. Soms klinkt ze als een muezzin die oproept tot gebed. Een concert als een vertelling, een sprookje. Met veel dynamiek en dat is mooi.

++++++++++
Vr 15 april 2022 in Schokoladen, Berlin
The Cool Greenhouse
Za 16 april 2022 in Clash, Berlin
Brigade Loco
Zo 17 apr in Zum Goldenen Hahn, Berlin
Proaktiv

What’s in a name? Zanger en songschrijver Tom Greenhouse heeft zijn vijfkoppige band The Cool Greenhouse genoemd. En op het podium van het Berlijnse Schokoladen in Mitte hangt hij een klein uur lang de koele snob uit. Maar hij doet dat wel met een knipoog en de nodige zelfspot. En dat maakt het overtuigend.
De praatzang van de bebrilde Londenaar houdt het midden tussen het hoekige van Lewsbergs Arie van Vliet en het knauwende van Mark E. Smith. De band zet daar een onweerstaanbare recht-vooruit riff onder, zo nu en dan onderbroken door een korte lofi-één-vinger-solo op een klaviertje of dito gitaarpartij. In bladen waar men graag etiketten plakt noemt men het ‘postrock’.
In zijn teksten hangt Greenhouse de wijsneus uit, spot met alles en iedereen en laat vaak cryptisch in het midden waar hij het nu werkelijk over heeft.
Minstens zo mooi, maar totaal anders is het concert van het Baskische punkvijftal Brigade Loco de volgende avond in Café Clash in de Mehringhof in Kreuzberg. Melodieuze punkrock van het type Stiff Little Fingers of The Tröckener Kecks in hun ‘Met Hart En Ziel’ periode. Maar dan allemaal in het Baskisch en de hele zaal zingt mee. Een paar honderd Baskische Berlijners en een handvol toeristen ongetwijfeld.
Ik versta geen woord, maar de strekking laat zich raden. Vuisten gaan de lucht in, er wordt met Baskische vlaggen gezwaaid. Maar het is geen grimmig nationalisme. Eerder een feestje van voetbalfans zonder dat de aanhang van de tegenstanders in de buurt is. Er speelt ook nog een Duitse hanenkam-punkband waarvan de gemiddelde leeftijd toch wel rond de zestig moet zijn, maar daarvan ben ik de naam even vergeten.
Zondagmiddag is er traditiegetrouw livemuziek bij Zum Goldenen Hahn aan het Heinrichplatz. De band is jong en heet Proaktiv – een naam die vooral associaties oproept met tandpasta – maar ze maken een soort art-punkrock. In tegenstelling tot eerdere concerten die ik in dezelfde Kneipe heb gezien, wordt er niet op de bar of de tafels gedanst. Maar ze spelen alsof de rest van hun leven van dit optreden afhangt. Check vooral hun afgelopen weekeinde veschenen debuut-cassettealbum op bandcamp.

++++++++++
Zo 10 april 2022 in De Waag, Haarlem
Tim Grimm

Tim Grimm bleef het afgelopen decennium naar ons land komen, jaar in jaar uit. Tot de lockdown het werkelijk onmogelijk makte. Maar dit voorjaar is hij weer terug. En naar deze zondag bleek beter dan ooit. Die warme, intrigerende stem, die verhalende liedjes en die basale songstructuren in Johnny cash stijl. Basaal, maar het verveelt nooit door de intrinsieke kwaliteit. Daarbij heeft hij deze tournee ook nog eens de Italiaanse dobro- en mandolinespeler Paolo Ercoli bij zich die de door hemzelf kaal op gitaar begeleide songs nog een extra likje kleur geeft.
Grimm is het soort zanger waar je naar luistert als naar en begeesterde verteller in de kroeg. En dan niet zo iemand die maar een beetje uit z’n nek lult, maar iemand die echte verhalen heeft met kop en staart. Hij heeft liedjes over z’n favoriete boeken en liedjes over al die singer-songwriters die de afgelopen jaren het aardse leven achter zich hebben gelaten, zoals Eric Taylor, John Prine en David Olney. Van Taylor speelt hij zelfs nog het nummer ‘Joseph Cross’ over de oorspronkelijke bewoners van Amerika… Ieder nummer van Grim gaat werkelijk ergens over. Hoe logisch dat wellicht ook klinkt, het is is werkelijk bijzonder bij het hedendaagse muziekbedrijf.
++++++++++
Vr 8 april 2022, Patronaat, Haarlem
Elliott Brood

Wat was het goed om afgelopen weekeinde de Canadezen van Elliott Brood weer eens te zien. Zo’n vijftien jaar geleden frequenteerden ze Haarlem en stonden ze zelfs ooit op Bevrijdingspop. Sindsdien waren ze nog regelmatig in ons land aan, maar wat de Spaarnestad betreft bleef het bij een instore bij North End. Maar nu waren ze er weer. Het trio dat eigenlijk gewoon te goed is voor de kroeg, maar teveel kroegband voor het grotere clubcircuit. Een feest van knisperend tokkelende banjo’s en zelfverzekerd bespeelde gitaren.
Zanger Mark Sasso heeft een aanzienlijk lichter stemgeluid dan zijn zware baard suggereert en leadgitarist Casey Laforet speelt met een twintigtal effectapparaten voor zich op de vlier, maar schakelt even zo gemakkelijk over op basgitaar. Als ze rockend op dreef zijn klinkt Elliott Brood op Creedence Clearwater Revival in hun toptijd. Op andere momenten zijn er vooral 16 Horsepower—associaties, maar fijne muziek blijft het.
Gestoken in bonte kostuums contrasteren de mannen nogal met de T-shirt- en jeans-types die het genre domineren. In Canada is Elliott Brood inmiddels ‘huge’. Dat dat in ons land nog niet het geval is stemt tot nadenken. De muziek van Elliott Brood stemt blij. Dat weten ze zelf en dat stralen ze ook uit.
++++++++++
Vrijdag 8 april 2022, Patronaat, Haarlem
Derde voorronde Rob Acda Award 2022

De aankondiging van de derde voorronde van de Rob Acda Award zei eigenlijk al genoeg. Wie de namen van de vier kandidaten las wist dar er maar eentje serieus kans maakte om te winnen: Spetterpoep! De drie anderen waren stuk voor stuk te gewoontjes. Singer-songwriter Liz had dat begrepen. Die bleek zich vlak voor de avond teruggetrokken te hebben. Dus resteerden en nog drie groepen.
Elliot Boyd opende. Een zanger die zich liet vergezellen door een klavierspeler, drummer en twee danseressen. Ook als de musici hun instrumenten niet aanraakten klonken de strijkers nog altijd uit de luidsprekerboxen. Magie in de eenentwintigste eeuw. De zanger riep associaties op met H-ha en draaide wellustig met zijn billen.
Van dat soort publieksvleierij is bij Spetterpoep! geen sprake. Het punkcollectief doet gewoon wat een punkcollectief hoeft te doen, inclusief een niet te versmaden ode aan kaas.
De derde voorronde-kandidaat, Jacob Drescher, leek op papier veelbelovend, maar maakte dat uiteindelijk op het podium niet waar. Netjes, te braaf, te weinig onderscheidend, te gewoontjes.
Als ruim een uur later blijkt dat Elliot Boys gewonnen heeft, ondergaan de Spetterpoep-fans dat gelaten. Terecht of onterecht, het spetterpoep-punt is gemaakt. En Elliot Boyd gefeliciteerd met finaleplek.
++++++++++
Vrijdag 1 april 2022, Patronaat, Haarlem
Tweede voorronde Rob Acda Award 2022

Ik ging vrijdagavond weer eens naar een voorronde van de Rob Acda Award in Patronaat – de tweede van drie waaruit de finalisten van dit jaar moeten rollen. Twee dingen vielen direct op: De geringe publieke belangstelling en dat drie van de vier optredende bands/solisten ontzettend ‘retro’ waren.
Dat begon al met de band die opende, The Cruz uit Haarlem. Zanger in glittershirt en mariachibroek. Eerste nummer regelrecht Springsteen, het tweede op en top Meatloaf en vervolgens een onvervalste Bob Seger-ballad. Classic Rock dus. Als ze bij hun laatste nummer een meisje uit het publiek hadden gevraagd om op het podium mee te dansen was het helemaal ‘in style’ geweest.
De tweede groep heette Fleebag. De zanger was gehuld in jaren zeventig behang en droeg een ontluikend matje in de nek. De gitarist is gekleed in het type broekpak dat Rob Davis van Mud in de jaren zeventig ook droeg en de band excelleert in genderneutrale, dansbare ‘eightiespop’.
Binnen dit gezelschap zorgt Elvira Smeenk met haar middels de laptop begeleide liedjes voor het meest eigentijdse geluid. Het komt wat karaoke-achtig over en de zang is niet permanent loepzuiver, maar het klinkt hedendaags.
Dat kan weer niet gezegd worden van het afsluitende Boycry. Of die naam direct verbinding heeft met Robert Smith is niet helemaal duidelijk, maar The Cure is wel de onvermijdelijke associatie. Gestileerde lamlendigheid, die echter wel heel erg goed van uitvoering is. Het leven is geen lolletje en dat wordt de luisteraar ingewreven ook.
De jury koos uiteindelijk voor de ‘eenentwintigste eeuw’. Elvira gaat dus naar de finale. Proficiat!
++++++++++
Zo 27 maart 2022, Slachthuis, Haarlem
De Kift

Vijfendertig jaar bestaat De Kift inmiddels. In die periode heb ik de groep tientallen keren gezien en even zo vaak over ze geschreven in kranten en tijdschriften. En toch was het afgelopen zondag weer anders.
De meest recente plaat, ‘Hoogriet’, verscheen een kleine twee jaar geleden. De pandemie niet zo heel veel eerder uitgebroken en de eerste lockdown was ruim een maand daarvoor afgekondigd. Toch speelde De Kift waar het nog mogelijk was. Voor honderd mensen die anderhalve meter afstand moesten houden, op een boot op het Spaarne, uiteraard via stream en in andere, vaak bizarre Covidvrije constructies. Maar dat het ditmaal weer zo speciaal was komt minder door het opheffen van de beperkende regels dan door de locatie waar de groep speelde.
Het oude Slachthuispand, dat hopelijk nog een paar manden kan doorprogrammeren, is perfect voor de groep. Het straalt alles uit wat De Kift is. Een soort bouwvallige balzaal waar het publiek alle illusies met betrekking tot betere tijden heeft. Er resten alleen nog de heimwee naar de tijd dat men nog geloofde dat het iets kon worden, de dans en de bijbehorende roes. Boven het podium de lampen in een typische kermis-armatuur. Boven het publiek een trapezewerker en vanaf de wand kijkt Lemmy van een metershoog schilderij toe – de patroonheilige van alle drinkers.
Daar past alleen een korkest dat dansbare weemoed speelt. Daar past De kift.
De eerste pak weg veertig minuten wordt er repertoire van ‘Hoogriet’ gespeeld, inclusief hun bewerking van de door Louis Armstong beroemd gemaakte traditional ‘St. James Infirmary’ die bij De Kift ‘Blues voor F’ heet. Daarna nog een half uurtje Kift-klassiekers, als altijd onweerstaanbaar gearrangeerd voor volvette blazers en knisperend spelende gitaristen. Haarlem was weer even zielsgelukkig.
++++++++++
Zo 27 maart 2022, De Ruimte, Amsterdam
Solo- en duo-Ex-en

Was men nog in de war door de zich plotsklaps aandienende zomertijd? Was het het mooie weer? De zondagmiddag in De Ruimte waar de drie mannelijke Ex-en – drumster Kat woont tegenwoordig in Duitsland dus dat werd wat omslachtig – ieder duo- en solosets speelden, was in ieder geval nogal mager bezocht. Al was aanhang en kinderschaar in de meeste gevallen wel meegekomen, waardoor het een beetje op een Ex-familiedag leek.
Arnold de Boer, alias Zea, beet de spits af, bijgestaan door cellist Harald Austbø beet de spits af en deed dat goed. Hij zong repertoire van zijn recente, Friestalige album ‘Witst Noch Dat D’r Neat Wie’, waaronder een mooie versie van Brels ‘Ne Me Quitte Pas’ dat bij De Boer ‘Gean Net By My Wei’ heet. De combi met Austbø matcht prima. En keer op keer bewijst Zea dat je ook in andere talen kunt communiceren dan het obligate Engels of Nederlands.
Andy Moor speelt solo en onderstreept dat je geen cockpit aan effectapparatuur nodig hebt om dat boeiend te houden. Het authentieke geluid van de elektrische gitaar, de versterker, de natuurlijke feedback en resonantie en een enkele keer een vijl of transistorradio als muzikale accessoire.
Terrie Hessels ten slotte, improviseert samen met Frank Rosaly, de in Amsterdam residerende jazzdrummer uit Chicago die ook op een aantal albums van Ryley Walker te horen is. Ook Terrie doet niet aan effectapparatuur en het is het is interessant om hem pal na en los van Andy Moor bezig te zien. Daardoor valt het verschil tussen beide gitaristen des te meer op. Bij Andy ligt de nadruk op melodie en harmonie; bij Terrie op textuur en ritme.
Het is trouwens hoog tijd voor een nieuw Ex-album maar die laat volgens Hessels nog even op zich wachten. Er moet eerst maar weer eens getourd worden.
+++++++++++++++
Za 26 maart 2022, Pletterij Haarlem
Springtij Festival

Ik zal het maar gelijk bekennen: Ik verwachte van het eerste Springtij festival eigenlijk twee uur gebrom, geruis en geknetter. Straaljagers en Stofzuigers. Maar het bleek uiteindelijk een verrassend gevarieerde avond in een volle Pletterij. Hulde!
Dat begon al met Savio Rosi en Martijn Comes, die ‘iets’ met Cage zouden doen. Eerst een nogal verwarrende klankcollage, terwijl een partituur schijnbaar ongebruikt op de piano stond. Daarna nam Rosi echter plaats aan het klavier en speelde het stuk in kwestie, dat dankzij de manipulaties van Comes steeds fascinerender werd. Daarna kwam de geluidscollage van het begin weer terug – met de stem van Cage zelf die over muziek spreekt – en plots viel alles op zijn plaats.
Daarna is het de beurt aan de Rotterdamse gitarist Lukas Simonis die bij aanvang al zegt: ‘Soms speel ik een noot, bij voorbaat mijn excuses’. Hij laat vervolgens horen wat je uit je gitaar zoal aan geluiden kan halen buiten de muziek. Wat paradoxaal genoeg ook weer muziek oplevert, die nog steeds beter wordt ook.
Hessel Veldman speelt een stuk van zijn recente album ‘Ymuiden’. Ditmaal wel echt ruis, maar zo subtiel en consequent zonder effectbejag gebracht, dat het uitgroeit tot het hoogtepunt van de avond. En het applaus na afloop onderstreepte dat ik niet de enige was die er zo over dacht.
De Rotterdamse stemkunstenares Tisa viel in voor de door ziekte afwezige Jan Kees Helms en produceerde alle kir- en keelklanken die je van een goede stemkunstenares mag verwachten.
De avond wordt afgesloten door VoltageSpa, een duo van geluidmaker Gert Jan Prins en performancekunstenares Branka Zgonjanin. Terwijl Prins met voorwerpen wappert, blaast en stenen tegen elkaar laat tikken beweegt Zgonjanin over de vloer. Het voelt als en ritueel, sjamanistisch bijna. Op een gegeven moment voegt Prins nog wat krekel-elektronica toe terwijl Branka met korenaren in de weer is. Gaat het hier over de oogst? Over vruchtbaarheid? In ieder geval wordt alles bij elkaar gehouden door een alom aanwezige wierook. Fascinerende avond.
++++++++++
Za 26 maart 2022, Sounds Haarlem
Love Supreme

Echt beroemd gaat Love Supreme natuurlijk nooit worden. Ze hebben nu eenmaal de uitstraling van ultieme hobbyrockers. Maar ondertussen zijn ze wel perfecte instore-band. Van de vier of vijf keer dat ik ze sinds pakweg 2018 zag waren er volgens mij vier optredens in een platenwinkel. En die waren stuk voor stuk leuker dan die ene keer bij de ‘Irrational Library presents’ in Patronaat. Hoe rommeliger de ambiance, hoe beter Jeroen Ligter en zijn mannen uit de verf komen.
En dat was zaterdagmiddag bij Sounds nog een poepiestuk beter dan een half jaartje geleden bij de Platenslager. Niet in de laatste plaats door de rol van gitarist Joris van Waesberge, die er bij het vorige Haarlemse optreden niet bij was. De missie van de Sounds-instore was om de twintig nog resterende exemplaren van het recente album ‘Tuesday/Dinsdag’ te verkopen. Ik telde zo’n vijftien bezoekers, maar wellicht waren er daar enkelen bij die nog wat kadootjes te geven hadden.
Leuke middag, lekker bier, fijne mensen. En tenslotte nog met z’n allen op de foto.
++++++++++
Do 24 mrt 2022, Patronaatcafe, Haarlem
Howrah en The Avonden

Het was natuurlijk de avond van Ineke Duivenvoorde, donderdagavond in Patronaat. Omdat zij in allebei de optredende bands drumde. Maar formeel was het een avond met Howrah en The Avonden. En op het niet bezoeken van een Avonden-concert al ze in de buurt zijn staan zware lijfstraffen. En niet in de laatste plaats is het een belevenis om eindelijk, na twee jaar weer een concert mee te maken in een goed gevuld Patronaatcafé.
Howrah is in vorm. Ze hebben ook nog wel iets goed te maken, want hun vorige Haarlemse concert, tijdens het Sjef-fest in het Slachthuis, afgelopen najaar haperde en struikelde en paar keer als gevolg van technische storingen. Maar ditmaal overtreffen ze zichzelf . Cees van appeldoorn zingt beter dan ik hem tijden heb horen doen en de wat flegmatieke melodieën en licht gekartelde melodielijnen die de muziek van de groep kenmerken komen live nog beter uit e verf dan op de twee ook al niet misselijke albums.
The Avonden zijn zoals the Avonden moeten zijn: Een solide spelende band waarbij gitarist Mark van Rijnbroek de mooist denkbare popmelodieën uit de snaren trekt, waar Jan-Pieter van Weel dan weer omfloerst slalommend omheen bast, terwijl Ineke iedereen op het rails houdt. Nou ja, behalve Marc van der Holst dan. Die gaat per definitie zijn eigen weg, liedjes inzettend wanneer hij zin heeft of onderbrekend als hij even een tekst op zijn smartphone moet opzoeken. Maar het zijn wel de beste popteksten die in Nederland geschreven worden en dan kun je je veel permitteren. Hoeveel moois kun je op het akkoordenschema van ‘Sweet Jane’ schrijven? ‘Ik wil alleen mar de kapitein van je sleepboot zijn’, zingt hij in een nieuw nummer. Een mooier aanzoek kun je als vrouw niet krijgen, dunkt mij.
++++++++++
Wo 23 mrt 2022, Occii, Amsterdam
Sunburned Hand of the Man

Sunburned Hand of the Man was weer even in het land. En tja, dan moet ik daar dus naartoe. Ook nadat ik ze drie of vier keer gezien heb – de laatste keer alweer meer dan tien jaar geleden. Ik weet niet meer of ik het ooit echt heel goed vond, maar de Amerikaanse groep stond altijd garant voor spannende verwarring. Dus waarschijnlijk is het gewoon mijn zucht naar verwarring.
De groep uit Boston is wel ingedeeld bij de ‘freefolk’, bij ‘freakfolk’ en bij ‘new weird America’, maar dat zijn stuk voor stuk nietszeggende containerbegrippen waar ongeveer alles onder kan vallen. Voor mij persoonlijk viel het muntje toen de band begin deze eeuw in de bovenzaal van Paradiso speelde en de veel in Amsterdam verblijvende beatdichter Ira Cohen daar rondliep. Opeens zag ik de link met de Amerikaanse popavantgarde van halverwege de jaren zestig. Bands als The Fugs en The Godz. Een paar jaar later kwam ik in relatie tot Sunburned de naam Angus MacLise tegen – de allereerste drummer van de Velvet Underground die nog excentrieker was dan de rest. Dat sneed ook hout, vond ik.
Maar terug naar Sunburned Hand of the Man – terug naar Occii waar ze woensdagavond speelden. De groep heeft geen vaste bezetting. Die kan variëren van drie tot zeven, of meer. Drummer John Moloney is er vrijwel altijd bij, ook nu. Soms rammelen ze een uur lang alleen maar met wat stukken hout en een synthesizer of zoiets. Ditmaal staan er drums, klavier en een gitaar klaar. Rock? Vergeet het!
Het begint met dwarse impro dat overgaat in iets wat op een jamsessie lijkt. Een ‘groove’. Een soort melodie. En klavierspeler Shannon Ketch die lange lappen tekst op het publiek loslaat met zoveel echto en galm dat er nauwelijks een woord te verstaan is. Er wordt veel gesuggereerd, maar geen idee wat.
Een soort mantra: ‘Touch the mirror! Touch the Mirror’. Het klavier slaat op tilt. Daar dwars doorheen een snerpende gitaarsolo. Drummer Moloney zet een paardenkop op en loopt naar de rand van het podium. Dit is zoals ieder concert van de groep een ritueel. Dit is een bezwering. Dit is verwarring. Dit is Sunburned Hand of the Man.
++++++++++
Vr 18 mrt 2022, Patronaat, Haarlem
Irrational Library presents:

Eindelijk weer een Irrational Library avond in Patronaat. Nog een beetje voorzichtig met drie singersongwriters in de kleine zaal en het publiek op bankjes. ‘In een knusse nachtclub setting’ heette het op de website, maar persoonlijk had ik het café toch wat ‘knusser’ gevonden, het podium is, zeker voor onbekende solisten, nog behoorlijk groot en hoog in de kleine zaal.
Enfin, Maaike van de Voort, kent het podium, want ze stond er al meermaals met haar groep Lilith. Nu echter in haar eentje, als singer-songwriter. Ze zingt goed en de liedjes zijn in orde. Maar ja, dat geldt ook voor enkele honderdduizenden andere vrouwen die als singer-songwriter op treden, waarvan toch minstens tienduizend in Nederland. Je onderscheiden dus, dat is de kunst. En dat is gewoon een kestie van doorgaan en volhouden met als troostende gedachte in je achterhoofd dat ook Joni Mitchell ooit zo begon. Het kan dus.
Gerhardt uit Drenthe, voluit Gerhardt Heusinkveld, probeert het al decennia en bracht een jaar of vijf geleden reeds een album uit bij Excelsior dat na de lancering razendsnel ergens in zee stortte en nooit meer is teruggevonden. Hij is aimabel, charmant en weet niet te kiezen tussen het ambacht van cabaretier en singer-songwriter. Maar zijn babbels zijn leuker dan zijn liedjes dus ik zou hem adviseren om voor de Poelifinario te gaan.
De man die de avond uiteindelijk maakt is Gipsy Rufina. ‘Outlaw Troubadour’, betitelt hij zichzelf. Prima liedjes in het Engels en Italiaans. Geloofwaardig. Prima tokkelar op de gtaar en de banjo. Crost met zijn auto een maand lang Europa door. Iedere avond een andere stad. Iedere avond spelen. Authentieker kan het nauwelijks.
++++++++++
Wo 16 mrt 2022, Patronaat, Haarlem
Meridian Brothers
Het was Eric Korstjens die Haarlem destijds op het spoor van de Meridian Brothers zette. Eric is inmiddels alweer vier jaar overleden, maar voorjaar 2013, toen hij nog zijn platenwinkel Tipitina had, wist hij al zijn vaste klanten – ondergetekende incluis – over te halen om het album ‘Desesperanza’ van de Colombiaanse groep aan te schaffen. ‘Een sensatie,’ meende Korstjens, en tot op de dag van vandaag is er niemand die dat durft te weerleggen.
Meridian Brothers bleek het éénmansproject van multitalent Eblis Alvares, die zelf de platen van de groep volspeelde, maar zich voor de concerten omringde met een handvol uitgelezen muzikanten. Verknipte cumbia met een hoop synthesizer en vreemde afslagen. Alsof The Residents of het Penguin Café Orchestra zich aan het Colombiaanse Latin-genre waagden. In april 2013 speelde de groep voor de allereerste keer in ons land. In het Patronaat. De opkomst was ver onder verwachting, maar van de kwaliteit van de muziek kon dat niet gezegd worden.
En nu zijn ze dus terug. Inmiddels een half dozijn platen verder, maar nog immer dat aanstekelijke geluid, inclusief bekende nummers van destijds, zoals ‘Salsa Caliente’ en een knotsgekke versie van de Dusty Springfield-klassieker ‘Son Of A Preacherman’. Heel diep gaat het niet, maar ontzettend leuk is het wel.
De avond wordt geopend door de uit Amsterdamse Venezolanen en Chilenen samengestelde groep Lola’s Dice. Zwaar geïnspireerd door de Meridian Brothers, dus ook veel synthy-bliepjes en -piepjes. Maar meer recht door zee ‘latin’ en een gegarandeerd dansfeest. En dat op de dag dat Willem Engel in de boeien geslagen wordt. De lente kan beginnen.
++++++++++
Do 10 mrt 2022, De Ruimte, Amsterdam
Space Impro
Een avond ‘space impro’ in De Ruimte met drie concerten waarvan al twee op zichzelf interessant genoeg om voor naar Amsterdam af te reizen. De derde is het Deense Simon Toldam trio, dat ook geen impro blijkt te spelen, maar ‘jazzzzz’. Heel erg ‘jazzzzz’ waarvan de noten stevig in de partituur veranderd. Goed zijn ze wel, dit trio rond pianist Simon Tolman. Drummer Knut Finsrund heeft binnen he gezelschap niet de functie van ‘timekeeper’, maar is meer de man die de pianopartijen meer inkleurt, terwijl contrabassist Nils Davidsen het onderlinge bindmiddel blijkt. Ter trio speelt één lange suite met veel contemplatieve momenten die zich laat beluisteren als een trage vertelling.
Ik ben echter vooral gekomen voor Farida Amadou, de Belgische basgitariste die ooit tekeer ging bij de punkers Cocaine Piss, maar zich tegenwoordig vooral in improkringen bevindt Ik zag haar al ee4ns met gitarist Jasper Stadhouders, maar ze speelde ook met Thurston Moore, Steve Nobel en talloze anderen. Ditmaal heet ze Pavel Tchikov meegenomen, gitarist en analoge synthesizerpiloot. De duoset laat niet zozeer virtuositeit op de vier snaren horen, maar is fascinerend. Het gaat meer over ‘sound’ dan over ‘melodie’ en het resultaat is een ‘drone’ die in alle denkbare vormen gekneed wordt.
Afsluiter van de avond is Mofaya!, het duo van tenorist John Dikeman en de razende slagwerker Aleksandar Škorić. Op het afgelopen jaar verschenen debuutalbum ‘Like One Long Dream’ zijn ook trompettist Jaimie Branch en bassist Luke Stewart nog van de partij, maar zij zijn onderweg ergens van de wagen gevallen. Wat volume betreft kunnen Dikeman en Škorić het ook prima als duo af, Maar de melodie en de dynamiek vragen om een extra instrument en dus springt Farida Amadou even bij. Tot ieders tevredenheid. In Sandie Shaw-stijl op blote voeten is het voor Dikeman en Škorić één twee drie en gáán. En Amadou gaat mee. Een half uur lang Dikeman op z’n meest ‘Dikemans’. En die klinkt steevast als een zeekoe in doodsnood.